3
Afdrukken
Dit hoofdstuk bevat afdruktips, instructies voor het afdrukken van lijsten met gegevens over de printer en informatie over het
annuleren van een taak.
Tips voor het afdrukken
Tips voor het bewaren van afdrukmateriaal
Bewaar het afdrukmateriaal zorgvuldig. Raadpleeg Afdrukmateriaal bewaren voor meer informatie.
Voorkomen van papierstoringen
Als u geschikt papier of afdrukmateriaal (transparanten, etiketten en karton) gebruikt, helpt u afdrukproblemen voorkomen.
Raadpleeg Tips voor het voorkomen van papierstoringen voor meer informatie.
Opmerking: We raden aan dat u een proefafdruk maakt op het gewenste papier of het speciale afdrukmateriaal
voordat u grote hoeveelheden aankoopt.
U kunt de meeste storingen voorkomen door het geschikte papier of speciaal afdrukmateriaal te kiezen en de laden op de
juiste manier te vullen. Zie Afdrukmateriaal in de laden plaatsen voor meer informatie over het vullen van de
standaardlade, de optionele lade voor 250 vel van Legal-formaat en de optionele lade voor 530 vel.
Raadpleeg in geval van storingen Papierstoringen verhelpen voor meer informatie. Zie Tips voor het voorkomen van
papierstoringen voor tips om storingen te voorkomen.
Afdruktaak naar de printer versturen
Vanuit een normale Windows-toepassing drukt u als volgt een afdruktaak af:
1
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken.
3
Controleer of in het dialoogvenster de juiste printer is geselecteerd.
4
Wijzig eventueel de printerinstellingen (het aantal af te drukken pagina's of het aantal exemplaren).
Opmerking: Klik op Eigenschappen of Instellingen om printerinstellingen aan te passen die niet op het eerste
scherm beschikbaar zijn, en klik op OK.
5
Klik op OK of Afdrukken om de afdruktaak naar de geselecteerde printer te sturen.
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren.
Afdrukken
17