7.2.2 Afstellen ontvanger [TUNE].
Deze instelling (tuning) is bedoeld om de ontvanger af te stemmen op de zendfrequentie van het
magnetron. Als de tuning niet goed uitgevoerd is, is de ontvanger minder gevoelig en kunnen zwakke
echo's verdwijnen. De radar heeft de beschikking over een handmatige en een automatische tuning.
7.2.2.1 Omschakelen tussen handmatige en automatische tuning
Paneel:
Houd de [TUNE]-knop ingedrukt om zo om te schakelen tussen auto en manual tuning.
Trackball:
Druk op [MANUAL]/[AUTO] om te wisselen tussen auto en manual tuning.
De indicatie boven de tuning indicator linksonder op het scherm zal schakelen tussen AUTO
(automatisch) en MANUAL (handmatig).
Automatische tuning:
Als de radar op automatische tuning geschakeld is, zal de radar zoeken naar zijn beste tuningpunt
zodra:
-
De radar overgeschakeld wordt van stand-by naar zenden.
-
De radar overgeschakeld wordt van handmatige naar automatische tuning.
-
De pulslengte van de zendpuls veranderd, bij de bereiken 2, 4 en 8km.
Handmatige tuning:
1.
Kies eerst een groot bereik (8, 16 of 32km).
2.
Zet dan de versterking (gain) rond de 80%.
Stel de tuning in, zodat er een maximaal aantal echo's ontvangen wordt en de tune-indicator
maximaal uitslaat.
20