96
Verschillende opnamemethoden
De positie van het autofocuskader wijzigen
([FlexiZone])
U kunt het autofocuskader (AF Frame) naar elke gewenste positie
verplaatsen. Dit biedt u de mogelijkheid om preciezer scherp te
stellen op het onderwerp waarvan u een foto wilt maken.
1
Druk herhaaldelijk op
autofocuskader groen wordt.
•
In bepaalde opnamemodi kunt u door op de knop
schakelen tussen de volgende categorieën instellingen.
Belichtingscompensatie/autofocuskader
Sluitertijd/belichtingscompensatie/autofocuskader
Diafragmawaarde/belichtingscompensatie/autofocuskader
Sluitertijd/belichtingscompensatie/autofocuskader
2
Gebruik de knop
of
om het autofocuskader
naar de gewenste positie
te verplaatsen en druk
op de knop
• Als u op de knop MENU drukt,
wordt het autofocuskader naar
een gezicht verplaatst dat door de camera is gedetecteerd.
• U kunt de grootte van het autofocuskader wijzigen door op de
knop DISP. te drukken (de wijziging blijft zelfs van kracht nadat
u de camera hebt uitgeschakeld).
•
Als u de knop
terug naar zijn oorspronkelijke positie in het midden (en wordt
ook geschakeld tussen de instellingencategorieën die hierboven
worden weergegeven).
Als de meetmethode is ingesteld op [Spot], kunt u ervoor
zorgen dat het autofocuskader en het spotmetingskader
samenvallen
Deze optie kan niet worden geselecteerd in de modus voor
handmatig scherpstellen
Wanneer de camera wordt uitgeschakeld, keert het
autofocuskader terug naar zijn centrale positie.
totdat het
,
,
.
ingedrukt houdt, keert het autofocuskader
(p.
110).
(p.
97).
te drukken,