108
Verschillende opnamemethoden
De belichtingscompensatie aanpassen
Opnamemodus
Geef een positieve waarde op voor de belichtingscompensatie om te
voorkomen dat het onderwerp te donker wordt wanneer het van achter
wordt belicht of als de achtergrond erg helder is. Geef een negatieve
waarde op voor de belichtingscompensatie om te voorkomen dat het
onderwerp te licht wordt bij een nachtopname of als de achtergrond
erg donker is.
1
Schakel het LCD-scherm in.
2
Druk herhaaldelijk op
belichtingscompensatiebalk weer te geven.
3
Configureer de instelling.
1. Gebruik de knop
instelling voor de belichtings-
compensatie te selecteren.
2. Druk op
• Bij elke druk op de knop
categorieën van instellingen die kunnen worden aangepast
in overeenstemming met de geselecteerde opnamemodus.
Modus
of
Richting van fotoreeks/Belichtingscompensatie
Belichtingscompensatie/autofocuskader* of
Sluitertijd/belichtingscompensatie/autofocuskader* of
Diafragmawaarde/belichtingscompensatie/autofocuskader*
of
* Alleen als [FlexiZone] is geselecteerd voor het autofocuskader
De belichtingscompensatie opheffen
Voer stap 3 uit om de waarde van de belichtingscompensatie weer op [0]
in te stellen.
Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus
* Kan niet worden gebruikt in de modus
of
om een
.
/belichtingscompensatie/autofocuskader*
om de
schakelt u tussen de volgende
(p.
208).
.
(p.
96).