De functie [Beeldomkeren] instellen
Opnamemodus
Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van
een beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld
wordt automatisch naar de juiste stand gedraaid wanneer u het op
het LCD-scherm bekijkt.
1
Selecteer [Beeldomkeren].
1. Druk op de knop
2. Gebruik de knop
menu
3. Gebruik de knop
[Beeldomkeren] te selecteren.
2
Accepteer de instelling.
1. Gebruik de knop
of [Uit] te selecteren.
2. Druk op de knop
• Wanneer de functie Beeldomkeren is
ingesteld op [Aan] en het LCD-scherm
is ingesteld op de detailweergave in
de modus Opnamen, wordt het pictogram
(rechterkant onder) of
weergegeven.
Wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag wijst,
werkt deze functie mogelijk niet naar behoren. Controleer
of de pijl
stelt u de functie Beeldomkeren in op [Uit].
Zelfs als de functie Beeldomkeren is ingesteld op [Aan],
is de stand van beelden die naar een computer zijn
gedownload afhankelijk van de software die daarbij
is gebruikt.
Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus
.
of
om het
te selecteren.
of
of
om [Aan]
.
(linkerkant onder) op het scherm
in de juiste richting wijst. Als dat niet zo is,
Verschillende opnamemethoden
om
125
(p.
208).
(normaal),