2
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
2.1
ALGEMEEN
Het toestel dient geplaatst en aangesloten te worden als een "gesloten" toestel
door een erkend gas- en elektrotechnische installateur volgens dit installatie-
voorschrift, de nationale en de plaatselijk geldende voorschriften.
(Zie "Technische gegevens / Voorschriften" achterin deze handleiding). Indien u
hierover nog vragen heeft, kunt u zich wenden tot uw plaatselijk gasbedrijf.
Belangrijk:
Voor de installatie van het toestel dient men te controleren
of de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de
gassoort en de gasdruk waar het toestel op aangesloten
wordt.
De installatie van het toestel is mogelijk met een dak- of muuraansluiting.
De dakaansluiting dient te worden uitgevoerd met het Barbas concentrische
kanalensysteem Ø100 mm - Ø150 mm. De rookgassen worden door natuurlijke
trek via het binnenste kanaal Ø100 mm naar buiten afgevoerd, terwijl de
verbrandingslucht tussen de kanalen van Ø100 mm en Ø150 mm dan wordt
toegevoerd.
De muuraansluiting van de Vento Classic 65 dient te worden uitgevoerd met het
Barbas concentrische kanalensysteem Ø100 mm - Ø150 mm. De rookgassen
worden door natuurlijke trek via het binnenste kanaal Ø100 mm naar buiten
afgevoerd, terwijl de verbrandingslucht tussen de kanalen van Ø100 mm en
Ø150 mm dan wordt toegevoerd.
De muuraansluiting van de Vento Classic 75 en Vento Classic 85 dient te worden
uitgevoerd met het Barbas concentrische kanalensysteem Ø130 mm - Ø200 mm.
De rookgassen worden door natuurlijke trek via het binnenste kanaal Ø130 mm
naar buiten afgevoerd, terwijl de verbrandingslucht tussen de kanalen van Ø130
mm en Ø200 mm dan wordt toegevoerd. De muurdoorvoer zelf is Ø100 mm -
Ø150 mm.
Het toestel kan worden geplaatst in een kierdichte- en/of mechanisch
geventileerde woning, zonder dat men extra beluchting voor de verbranding en/of
een rookgasventilator hoeft toe te passen.
20
VENTO CLASSIC 65
VENTO CLASSIC 75
VENTO CLASSIC 85