6
Kies het OUT-punt door op m/M te
drukken en druk op ENTER.
De recorder komt in de
weergavepauzestand.
7
Druk op ENTER als het OUT-punt
correct is.
Als het OUT-punt niet correct is moet u
met c/C het OUT-punt kiezen en
druk daarna op ENTER.
De gekozen scène is toegevoegd aan het
scène-informatieblok.
• Om meer scènes toe te voegen, gaat u
naar stap 4.
8
Nadat u klaar bent met het toevoegen
van scènes, drukt u op m.
De scènelijst wordt afgebeeld.
A Totale duur van het programma
B Totaal aantal scènes
C Scène-informatieblok
9
Kies het scène-informatieblok dat u
wilt bewerken met behulp van </,,
en druk daarna op ENTER.
Het submenu verschijnt.
"Verplaatsen": Verandert de
scènevolgorde met behulp van </, en
ENTER.
"Wissen": Wist de scène. Kies "OK" als
om bevestiging wordt gevraagd.
"Voorbeeld": De geselecteerde scène
wordt afgespeeld.
• Om meer scènes toe te voegen, drukt u
op M en gaat u naar stap 4.
10
Selecteer na het bewerken van de
scènelijst "OK" en druk op ENTER.
Het scherm voor het opgeven van de
titelnaam verschijnt. Selecteer "Enter" en
volg de instructies op pagina 41 als u een
nieuwe naam wilt opgeven.
11
Kies "OK" en druk op ENTER.
De titelnaam ligt vast en een mededeling
op het scherm vraagt of u wilt beginnen
met opnemen.
Kies "Media" als u het discmedium
wenst te veranderen en druk op M/m.
Kies "Kopieerstand" als u de
kopieerstand wenst te veranderen en druk
op M/m.
Vereiste discruimte voor het kopiëren.
Dit wordt rood afgebeeld wanneer de
grootte de beschikbare ruimte op het
kopieerbestemmingsmedium overschrijdt.
12
Kies "Start" en druk op ENTER.
De recorder begint de tape op te nemen
zoals geprogrammeerd.
Stoppen tijdens het opnemen
Druk op x REC STOP.
Het duurt enkele seconden voordat de
opname wordt gestopt.
99
,wordt vervolgd