8
Onderhoud
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van de printer
en tonercassette.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
•
De printer reinigen
•
De tonercassette onderhouden
•
Een configuratiepagina afdrukken
•
Te onderhouden onderdelen
De printer reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in de printer papierresten, toner
en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen.
Let op!
• Als u de behuizing van de printer reinigt met reinigingsmiddelen
die veel alcohol, oplosmiddel of andere sterke substanties
bevatten, kan de behuizing verkleuren of barsten.
• Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan terecht
is gekomen, raden wij u aan om dit te reinigen met een zachte,
met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger
gebruikt, wordt de toner de lucht ingeblazen. Dit kan schadelijk
zijn voor uw gezondheid.
De buitenkant van de printer reinigen
Reinig de behuizing van de printer met een zachte, niet-pluizende doek.
U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar zorg ervoor dat er
geen water op of in de printer druppelt.
De binnenkant van de printer reinigen
Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Wacht
1
tot de printer is afgekoeld.
Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette.
2
Plaats de cassette op een schoon, effen oppervlak.
Let op!
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor
zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld
aan licht. Bedek de tonercassette indien nodig met een stuk papier.
• Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Gebruik
de hendel op de cassette en vermijd zo dat u dit gebied aanraakt.
Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof
3
en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette.
Let op!
Zorg dat u bij het reinigen van de binnenzijde van de printer
niet te diep in de printer grijpt. Het fixeergedeelte kan heet zijn.
8.1
<Onderhoud>