Inhoudsopgave
Advertenties
Aansluiting op de omgevingsthermostaat of op een omgevingsvoeler
Op de achterkant van het apparaat bevinden zich een of meer klemmenborden om de eventuele
omgevingsthermostaten of omgevingsvoelers op aan te sluiten
In de tabel wordt de werking beschreven van de klemmenborden die zich op het paneel aan de achterkant van het
apparaat bevinden.
Klemmenbord
Beschrijving
1
Hoofdvertrek
Gekanaliseerd
vertrek 1
(alleen aanwezig op
2
het model met een
of twee
gekanaliseerde
uitgangen)
Gekanaliseerd
vertrek 2
(alleen aanwezig op
3
het model met twee
gekanaliseerde
uitgangen)
* Sluit een omgevingsthermostaat aan die niet onder spanning staat, die een eenvoudig schoon contact beheert en liefst
met een kalibreerbare hysteresewaarde.
** Sluit een omgevingsvoeler aan van het type "NTC 10K ± 1%".
PELLETKACHEL AURA 80, CLASS 90, AURA 120, REA 100
Type regeling
Alleen met
Omgevingsthermostaat*
Met
omgevingsthermostaat*
(moet zijn geactiveerd in de
Pr56 met waarde T1 of
T1+2)
Met omgevingsvoeler **
(moet zijn geactiveerd in de
Pr56 met waarde S1 of
S1+2)
Met
omgevingsthermostaat*
(moet zijn geactiveerd in de
Pr56 met waarde T2 of
T1+2)
Met omgevingsvoeler **
(moet zijn geactiveerd in de
Pr56 met waarde S2 of
S1+2)
(Zie "Componenten van het
Werking
Als het contact GESLOTEN is, gaat het apparaat door met werken met het
ingestelde vermogen, onafhankelijk van de SET TEMPERATUUR (toets 1)
die is ingesteld, en van de status van de andere eventuele aangesloten
thermostaten of omgevingsvoelers.
Als het contact OPEN is, gaat het apparaat over naar de modulatie, mits de
SET TEMPERATUUR (toets 1) die is ingesteld is bereikt en dat aan alle
andere voorwaarden van de aangesloten thermostaten of omgevingsvoelers
wordt voldaan.
Als het contact GESLOTEN is, gaat het apparaat door met werken met het
ingestelde vermogen, onafhankelijk van de SET TEMPERATUUR (toets 1)
die is ingesteld, en van de status van de andere eventuele aangesloten
thermostaten.
Als het contact OPEN is, gaat het apparaat over naar de modulatie, mits de
SET TEMPERATUUR die is ingesteld is bereikt (toets 1) e dat aan alle
andere voorwaarden van de aangesloten thermostaten wordt voldaan.
De gekanaliseerde ventilator 1 gaat sowieso over naar de modulatie.
Zodra de temperatuur is bereikt die is ingesteld in SET TEMPERATUUR 1
(Menu 12-SET TEMPERATUUR KAN.) gaat het apparaat over naar de
modulatie, mits de SET TEMPERATUUR die is ingesteld is bereikt (toets 1)
e dat aan alle andere voorwaarden van de aangesloten thermostaten of
omgevingsvoelers wordt voldaan.
De gekanaliseerde ventilator 1 gaat sowieso over naar de modulatie.
Als het contact GESLOTEN is, gaat het apparaat door met werken met het
ingestelde vermogen, onafhankelijk van de SET TEMPERATUUR (toets 1)
die is ingesteld, en van de status van de andere eventuele aangesloten
thermostaten.
Als het contact OPEN is, gaat het apparaat over naar de modulatie, mits de
SET TEMPERATUUR die is ingesteld is bereikt (toets 1) e dat aan alle
andere voorwaarden van de aangesloten thermostaten wordt voldaan.
De gekanaliseerde ventilator 2 gaat sowieso over naar de modulatie.
Zodra de temperatuur is bereikt die is ingesteld in SET TEMPERATUUR 2
(Menu 12-SET TEMPERATUUR KAN.) gaat het apparaat over naar de
modulatie, mits de SET TEMPERATUUR die is ingesteld is bereikt (toets 1)
e dat aan alle andere voorwaarden van de aangesloten thermostaten of
omgevingsvoelers wordt voldaan.
De gekanaliseerde ventilator 2 gaat sowieso over naar de modulatie.
25
NL - Rev. 1.0
apparaat").
Advertenties
Inhoudsopgave
