PELLETKACHEL AURA 80, CLASS 90, AURA 120, REA 100
NL - Rev. 1.0
Ruimten rondom en bovenhet apparaat
Op de afbeelding hieronder worden de minimumafstanden aangegeven tot wanden of niet gemakkelijk te verplaatsen
meubels, die in aanmerking moeten worden genomen bij de positionering van het apparaat.
ACHTERAANZICHT
PARETE POSTERIORE
15 cm
50 cm
50 cm
Tussen eventuele planken of verlaagde plafonds die zich boven het apparaat bevinden en de bovenkant van het
apparaat zelf moet minstens 50 cm afstand zijn.
Kleine meubels en verplaatsbare voorwerpen van brandbaar materiaal moeten op minstens 50 cm afstand blijven tot de
zijkanten van het apparaat; deze voorwerpen dienen te worden verplaatst als er onderhoud nodig is.
Bescherm alle constructies die in brand zouden kunnen vliegen tegen de warmtestralingen van het vuur.
Verseluchtinlaat
Tijdens de werking van het apparaat wordt er verbrandingslucht uit de omgeving aangezogen; daarom moet deze lucht
dus beslist worden aangevuld via een verseluchtinlaat. Als er geen luchtinlaat is, is dat van invloed op de trek in het
rookkanaal en daardoor op de verbranding en de veiligheid van het apparaat.
Het is dus verplicht een verseluchtinlaat te maken met een volledig vrije doorlaat van minstens 80 cm
(ronde opening
2
met een diameter van minstens 15 cm, beschermd door een speciaal rooster met grove mazen).
Als de wand achter het apparaat aan de buitenlucht grenst, wordt geadviseerd het gat vlakbij het apparaat te maken, op
een hoogte van ongeveer 20 cm boven de grond
(zie voorbeeld op afb.
A).
In het geval het niet mogelijk is een luchtinlaat in de wand achter het apparaat te maken, moet er een gat worden
gemaakt in een wand van de ruimte waar het apparaat is opgesteld. Als het niet mogelijk is de verseluchtinlaat te maken
in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd, dan kan dit gat worden gemaakt in een aangrenzende ruimte, op
voorwaarde dat deze permanent in verbinding staat met een doorgangsopening (diameter minstens 15 cm).
Het gat moet aan de buitenkant beschermd worden door een vast rooster. Het beschermrooster moet regelmatig worden
gecontroleerd om er zeker van te zijn dat het niet verstopt raakt , want dan zou de luchtdoorgang verhinderd worden.
Zorg dat de gemaakte luchtinlaten dus geen verstoppingen hebben.
De norm UNI 10683 VERBIEDT het opnemen van verbrandingslucht uit garages, opslagplaatsen van brandbaar
materiaal of vertrekken met brandgevaar.
Als er in de ruimte andere verwarmings- of zuigapparaten zijn, moeten de luchtinlaten het luchtvolume garanderen dat
noodzakelijk is voor de juiste werking van alle apparaten.
In het vertrek waar de pelletkachel is geïnstalleerd mogen alleen gesloten apparaten aanwezig of geïnstalleerd zijn (bv.
apparaten op gas van type C, zoals gedefinieerd door de norm UNI 7129) of die hoe dan ook geen onderdruk
veroorzaken in de ruimte ten opzichte van de externe omgeving.
Afzuigventilatoren kunnen problemen in de werking van het apparaat veroorzaken als ze in hetzelfde vertrek worden
gebruikt.
21