IONISATIESTROOM
Laag vermogen
Hoog vermogen
4.9 µA
c) Daarna kunt u het percentage O
(*)
waarde
stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom
-
LAAG
VERMOGEN].
IONISATIESTROOM
Laag vermogen
Hoog vermogen
4.9 µA
d) Indien de waarden afwijken dient het gasregelblok opnieuw
afgesteld te worden.
ä
Let op!
Het afstellen van het toestel via O
belasting). Zorg er bij het afstellen altijd voor dat er een
negatieve offset ontstaat (kleiner dan -2 Pa).
e) Noteer de gemeten waarde in de servicetabel van dit document.
f)
Plaats na de meting de meetnippeldop weer terug op de
rookgasadapter.
*) De gemeten waarden dienen binnen de grenzen te liggen zoals vermeld in
onderstaande tabellen.
O
Grenzen (%) - G25 (L-gas) / G25.3 (K-gas)
2
Base Cube
24 kW
30 kW
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
O
Grenzen (%) - G20 (H-gas)
2
Base Cube
24 kW
30 kW
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
op laagstand meten tot de
2
is altijd leidend (t.o.v. de
2
Hoog
Laag
vermogen
vermogen
4,0 ±0,4
5,9 ±0,4
4,0 ±0,4
5,9 ±0,4
Hoog
Laag
vermogen
vermogen
4,3 ±0,4
6,2 ±0,4
4,3 ±0,4
6,2 ±0,4
O
Grenzen (%) - G31 (Propaan)
2
Base Cube
24 kW
30 kW
Meting met gesloten behuizing (met mantel).
De comforteigenschappen van het toestel, zoals vastgesteld door de
keuringsinstantie, zijn door gebruik van propaan (G31) niet
gewaarborgd.
6.2.9. Controle instellingen toestel
Verkeerde instellingen kunnen leiden tot onbalans in het
verwarmingssysteem, waardoor het optimale rendement van het
toestel niet wordt gebruikt.
6.2.10. Controle werking toestel
Controleer na inspectie en/of onderhoud de werking van het toestel:
Zet de kamerthermostaat in de hoogste stand en controleer of
●
het toestel in bedrijf komt voor verwarmen.
Draai na controle de kamerthermostaat terug op de gewenste
stand.
Draai een, op het toestel aangesloten, warmwaterkraan open
●
en controleer of het toestel in bedrijf komt en het warm water
de ingestelde temperatuur heeft.
Hoog
Laag
vermogen
vermogen
5,2 ±0,3
6,6 ±0,3
5,2 ±0,3
6,6 ±0,3
91