3.9.7. Gesloten opstelling C63
Gesloten toestel geleverd zonder luchttoevoer- en
rookgasafvoerleidingen; ventilator in verbrandingslucht (voor
verbrandingskamer).
Op het toestel mag uitsluitend Gastec QA gekeurd afvoermateriaal ,
geveldoorvoer en/of dakdoorvoeren, volgens Gastec Keuringseisen
83, worden aangesloten.
Dit betreft de rookgasafvoeren in de, voor dit toestel geldende,
toestelklassen.
Bij een parallel rookgasafvoersysteem kan in veel gevallen de
luchttoevoerleiding in kunststof worden uitgevoerd. De
rookgasafvoerleiding kan in roestvast staal, kunststof (T120) of
dikwandig aluminium worden uitgevoerd. Bij een parallel
rookgasafvoersysteem kan naast star ook flexibel leidingmateriaal
worden toegepast.
Bij een concentrisch rookgasafvoersysteem moet leidingmateriaal
met een roestvast staal, kunststof (T120) of aluminium binnenbuis
worden toegepast.
De uitmonding van de eindstukken van de luchttoevoer en
●
rookgasafvoer mogen niet geplaatst worden in tegenover elkaar
liggende wanden van een gebouw.
Maximaal 10% toelaatbare recirculatie van rookgassen onder
●
alle windcondities.
Zie Berekenen kanaallengte op pagina 33 voor de lengte van
●
de luchttoevoer en/of rookgasafvoer.
3.9.8. Gesloten opstelling C83
Gesloten toestel aangesloten op een collectief leidingsysteem met
een gezamelijke natuurlijk werkende rookgasafvoer en een
individuele luchttoevoer; ventilator in verbrandingslucht (voor
verbrandingskamer).
Condensaat afkomstig uit het gemeenschappelijke
●
rookgasafvoerkanaal mag niet via het cv-toestel worden
afgevoerd. Het gemeenschappelijke rookgasafvoer kanaal moet
daarom aan de onderzijde worden voorzien van een
condensafvoervoorziening.
Een minimale aansluitlengte van 0,5 m bij parallel 80 mm,
●
tussen het toestel en de gemeenschappelijke voorziening. Dit
geldt voor zowel de luchttoevoer als de rookgasafvoer.
Een maximale aansluitlengte van vier meter parallel 80 mm,
●
inclusief vier 90°-bochten, tussen het toestel en de
gemeenschappelijke voorziening. Dit geldt voor zowel de
luchttoevoer als de rookgasafvoer.
De diameter van de gemeenschappelijke voorziening
●
(gecombineerd rookgasafvoerkanaal) moet berekend worden
op basis van het totale vermogen van het aantal aangesloten
cv-toestellen.
Voor de dimensionering kunt u contact opnemen met Itho
Daalderop.
28
3.9.9. Gesloten opstelling C93
Gesloten toestel met afzonderlijke kanalen voor de luchttoevoer via
een bestaande schouw en rookgasafvoer door diezelfde bestaande
schouw, waarbij de schouw deel uitmaakt van het gebouw;
ventilator in verbrandingslucht (voor verbrandingskamer).
De afmeting van de schouw moet zodanig zijn dat, na plaatsing
●
van het rookgasafvoerkanaal, de ruimte voor de luchttoevoer
gelijk of groter is dan de luchttoevoer in een concentrisch
rookgasafvoersysteem.
Zie Berekenen kanaallengte op pagina 33 voor de lengte van
●
de luchttoevoer en/of rookgasafvoer.
3.9.10. CLV overdruksysteem
Een CLV overdruksysteem, Combinatie-Luchttoevoer-
Verbrandinggasasafvoer, wordt toegepast in flats of in andere
gestapelde woningbouw. Hierbij worden de luchttoevoer en de
rookgasafvoer van de individuele gesloten cv-toestellen
aangesloten op een gecombineerd luchttoevoerkanaal en een
gecombineerd rookgasafvoerkanaal.
Een half CLV systeem is een gecombineerd rookgasafvoersysteem
en heeft geen gecombineerde luchttoevoer zoals het volledige CLV
systeem. Dit systeem komt vaak voor bij renovatieprojecten.
CLV overdruksystemen moeten voldoen aan de normen Gastec
QA138, uitgezonderd de hierna weergegeven diametertabellen en
het toepassen van een drukvereffeningsopening.
ä
Let op!
Het cv-toestel moet worden voorzien van een terugslagklep om
te installeren in een CLV overdruksysteem.De terugslagklep
voorkomt het terugstromen van rookgassen.
Volg hiervoor de instructies in Aanpassingen toestel CLV
overdruk op pagina 31.