4.5.1. Controle gasvoordruk
Voordruk / ontluchten
a) Draai de schroef van de meetnippel op het gasblok los.
b) Plaats de meetslang over de meetnippel.
c) Meet de gasvoordruk tijdens branden op hoogstand [Menu –
Servicemenu – Ionisatiestroom -
Gasvoordruk
Gassoort
[mbar]
G25 (L-gas)
G25.3 (K-gas)
G20 (H-gas)
G31 (Propaan)
d) Is de gasvoordruk niet juist? Controleer en herstel de
gastoevoer (leiding en gasmeter).
e) Verwijder de meetslang.
f)
Draai de schroef van de meetnippel weer dicht.
HOOG
VERMOGEN].
min.
nom.
max.
[mbar]
[mbar]
20
25
35
17
20
30
25
37
45
4.5.2. Controle O2-percentage rookgassen
Opmerking
Wanneer het toestel niet warm genoeg is kan het langer duren
dan 3 minuten om een stabiele waarde te meten.
Tip
Het kan voorkomen dat de cv-aanvoertemperatuur hoger is dan
is ingesteld in het servicemenu, waardoor het toestel zal
uitschakelen.
Verhoog indien nodig voor de meting tijdelijk de cv-temperatuur
[Menu – Servicemenu – Instellingen –
Indien de cv-aanvoertemperatuur nog steeds te hoog blijft dan
de connector van de flowsensor losmaken en de
warmwaterkraan open zetten. Na de meting meteen de
warmwaterkraan dicht zetten en de flowsensor weer aansluiten
op de losgemaakte connector.
Tip
Neem bij grote afwijkingen contact op met Itho Daalderop.
Beschikt u over een meetapparaat met een nauwkeurigheid ˂ 0,25%
O
, dan kunt u het percentage van de rookgassen controleren.
2
a) Verwijder de meetnippeldop van de rookgasadapter.
b) Meet eerst het percentage O
stabiel blijft [Menu – Servicemenu – Ionisatiestroom -
VERMOGEN].
IONISATIESTROOM
Laag vermogen
Hoog vermogen
4.9 µA
CV
TEMPERATUUR].
(*)
op hoogstand tot de waarde
2
HOOG
65