Uitgangen bewerken
U kunt via Systeemconfig. – Uitg bewerken de in- en uitschakeltijden van
elke uitgang bewerken die door de installateur geconfigureerd is als "Keuze
gebruikr".
Opmerking: Keuze-gebruikersuitgangen kunnen op welk moment ook
worden geactiveerd of gedeactiveerd met behulp van Uitg. Aan/Uit (zie
pagina 63).
Uitgang bewerken:
1.
Selecteer Systeemconfig. – Uitg bewerken.
De eerste uitgang die u kunt bewerken, wordt getoond:
UIT WYZ PAN>01 W
PORTAALVERLICHTING
De bovenste regel toont het adres en het type uitgang. In het boven-
staande voorbeeld is het adres PAN>01 en het type is W (bekabeld).
Het uitgangstype wordt weergegeven voor controlepanelen die
ingebouwde draadloze en bekabelde uitgangen hebben. De onderste
regel toont de naam van de uitgang.
2.
Druk op of gevolgd door om de uitgang te selecteren die u wilt
bewerken.
3.
Druk op of gevolgd door om de instelling, die u wenst te
wijzigen, te selecteren:
U kunt de naam van de uitgang bewerken. Zie pagina 31
Naam
voor informatie over het invoeren van tekst.
Gebruik of gevolgd door om Ja of Nee te
Continu
selecteren. Als Nee is ingesteld, wijzigt de uitgang zijn
toestand bij activering, maar keert terug naar de normale
toestand na de periode ingesteld in Tijd aan (zie
hieronder). Als dit is ingesteld op Ja, wijzigt de status van
de uitgang telkens als een gebruiker de uitgang activeert,
of volgens een schema als u Tijd aan, Tijd uit en Dagen
specificeert (zie hieronder).
Tijd aan/Tijd uit/Dagen
Als Continu is ingesteld op Nee, gebruik dan Tijd aan om
het aantal seconden te specificeren gedurende welke u wilt
dat de uitgang actief blijft. Als u nul seconden specificeert,
zal de uitgang niet werken.
Gebruikersmenu-opties
>
Pagina 57