Hoofdstuk 3: Alarmmeldingen beheren
Alarmtypen en geluiden
Een alarm kan om verschillende redenen optreden. Bijvoorbeeld:
• Een zone wordt geactiveerd als het systeem is ingeschakeld
(inbraakalarm).
• Het deksel van het controlepaneel of andere randapparatuur is
geopend zonder dat de installateur is ingelogd (sabotage-alarm).
• Na het betreden van het gebouw heeft een gebruiker het systeem
niet snel genoeg uitgeschakeld.
• Een branddetector is geactiveerd.
• Een overvalzender (PA) is geactiveerd.
• De netspanning is uitgevallen.
• Er is een fout in een communicatielink van het controlepaneel.
Als een alarm optreedt, activeert de besturingseenheid normaal de interne
sirenes en, afhankelijk van de ernst, externe sirenes/flitsers. Tabel 1 toont
de standaard reactie op elk type alarm.
Na een alarm moet u de sirenes uitschakelen, het alarm bevestigen en
het systeem resetten (zie "Alarmen uitzetten, bevestigen en resetten" op
pagina 24).
Tabel 1: Alarmgeluiden
Alarm
Inbreker
Luid vibrerende
toon van sirene en
interne zoemers.
Brand
Pulserende toon
van sirenes en
interne zoemers.
Geluid
Normaal alarm of inlooproutezone
geactiveerd als systeem is
ingeschakeld.
24-uur zone op welk moment ook
geactiveerd.
Brandzone op welk moment ook
geactiveerd.
Pagina 22
Oorzaak