Inhoudsopgave
Advertenties
4.5.1
Proefstaaftest
8021606/ZOH3/2017-08-04 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
In combinatie met een veiligheidssysteem worden vaak de volgende inspecties vastge‐
legd:
•
Inspectie bij inbedrijfname en veranderingen
•
Regelmatige inspectie
Inspectie bij inbedrijfname en veranderingen
Met deze inspectie wordt onderzocht of het mogelijk is de te beveiligen gevarenzone te
bereiken zonder daarbij herkend te worden.
Bij het vastleggen van de inspectie zijn de volgende punten nuttig:
•
Moet de inspectie door bevoegde personen worden uitgevoerd?
•
Kan de inspectie door speciaal hiervoor bevoegde en aangewezen personen wor‐
den uitgevoerd?
•
Moet de inspectie op begrijpelijke wijze worden gedocumenteerd?
•
Kan de inspectie aan de hand van een controlelijst worden uitgevoerd?
trolelijst voor de eerste inbedrijfname en verdere inbedrijfnames", pagina
•
Weten de machineoperators hoe het veiligheidssysteem werkt?
•
Zijn de machineoperators geschoold voor het werk aan de machine?
•
Zijn de operators geïnformeerd over veranderingen aan de machine?
•
Moet de te beveiligen gevarenzone met een proefstaaf worden gecontroleerd?
"Proefstaaftest", pagina
Alle vereisten voor de inspectie vastleggen.
b
Regelmatige inspectie
Met deze inspectie wordt onderzocht of het mogelijk is de te beveiligen gevarenzone te
bereiken zonder daarbij herkend te worden. Dergelijke mogelijkheden kunnen bijvoor‐
beeld op grond van veranderingen, manipulatie of externe invloeden staan.
Bij het vastleggen van de inspectie zijn de volgende punten nuttig:
•
Welke inspectie moet worden uitgevoerd en hoe deze worden uitgevoerd?
Proefstaaftest,
pagina 27
°
Visuele controle van de machine en het
°
•
Hoe vaak moeten inspectie worden uitgevoerd?
•
Moeten de machineoperators geïnformeerd worden over de inspectie en geïnstru‐
eerd worden?
Alle vereisten voor de inspectie vastleggen.
b
Overzicht
Met behulp van de proefstaaftest wordt gecontroleerd of het gevaarlijke punt alleen
door het veiligheidsveld van het veiligheidslichtgordijn toegankelijk is en of het veilig‐
heidssysteem iedere benadering van het gevaarlijke punt herkent.
De inspectie wordt uitgevoerd met een proefstaaf waardoor geen licht kan dringen en
een diameter heeft die overeenkomt met de resolutie van het veiligheidslichtgordijn.
27)
veiligheidssysteem,
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | deTec4 Core
4
PROJECTEREN
(zie "Con‐
75)
(zie
pagina 29
27
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
