4
PROJECTEREN
4.3.2
Minimale afstand tot het gevaarlijke punt
4.3.2.1
Minimale afstand tot het gevaarlijke punt berekenen
18
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | deTec4 Core
Overzicht
Tussen het veiligheidslichtgordijn en het gevaarlijke punt moet een minimale afstand
worden aangehouden. Deze afstand is nodig om te voorkomen dat een persoon of
lichaamsdeel van een persoon de gevarenzone bereikt voordat de gevaarbrengende
machinetoestand is opgeheven.
Berekening van de minimale afstand volgens ISO 13855
Bij de berekening van de minimale afstand worden de internationale of nationale nor‐
men en de wettelijke voorschriften in acht genomen die op de plaats van gebruik van
de machine gelden.
Als de minimale afstand aan de hand van ISO 13855 wordt berekend, hangt deze af
van de onderstaande punten:
•
Nalooptijd van de machine (tijdsinterval tussen het activeren van de sensorfunctie
en het beëindigen van de gevaarlijke machinetoestand)
•
responstijd van het veiligheidssysteem
•
Grijp- of naderingssnelheid van de persoon
•
Resolutie (detectiecapaciteit) van het veiligheidslichtgordijn
•
Soort benadering: orthogonaal (haaks) of parallel
•
parameters die afhankelijk van de toepassing worden bepaald
Voor de VS (geldigheid van OSHA en ANSI) gelden mogelijk afwijkende regelingen, zoals:
a) wetgeving: Code of Federal Regulations, cijfer 29 (CFR 29), deel 1910.217
b) normen: ANSI B11.19
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie vindt u in de norm ISO 13855 en in SICK Safe Machines.
SICK biedt in veel landen als service de meting van de nalooptijd aan.
Soortgelijke onderwerpen
•
"Responstijd", pagina 59
Belangrijke aanwijzingen
GEVAAR
Minimale afstand tot gevaarlijk punt te klein
De gevaarbrengende toestand van de machine wordt bij een te kleine gekozen mini‐
male afstand niet of niet op tijd beëindigd.
Minimale afstand berekenen voor de machine waarin het veiligheidslichtgordijn is
b
geïntegreerd.
Bij de montage van het veiligheidslichtgordijn de minimale afstand aanhouden.
b
Werkwijze
Het voorbeeld toont de berekening van de minimale afstand bij orthogonale nadering
(haaks) van het veiligheidsveld. Afhankelijk van de toepassing en de omgevingscondi‐
ties (bijv. bij een veiligheidsveld parallel aan of onder een willekeurige hoek ten opzichte
van de naderingsrichting of bij een indirecte nadering) kan een andere berekening ver‐
eist zijn.
1.
Bereken S met de volgende formule:
8021606/ZOH3/2017-08-04 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden