Inhoudsopgave
Advertenties
6.3
Testloop
Voer een testloop uit als de pomp stationair wordt ingebouwd
(bijv. beerput, overloopput). Controleer de volgende punten met
de testloop:
•
Algemene voorwaarden (toevoerhoeveelheid, schakelpunten)
•
Draairichting (bij 3~-motoren)
De testloop moet 3 pompcycli omvatten.
1.
Pompput overstromen: Toevoer openen.
LET OP! De benodigde toevoerhoeveelheid voor de testloop
kan ook via een andere waterbron worden gesimuleerd.
2.
Inschakelniveau bereikt: De pomp start.
3.
Uitschakelniveau bereikt: De pomp stopt.
4.
Twee verdere pompactiviteiten herhalen.
▶
Als drie pompactiviteiten zonder problemen worden door-
lopen, is de testloop afgesloten.
LET OP! Herhaal de testloop maandelijks als de pomp niet één
keer per week wordt ingeschakeld.
6.4
Vlakke afzuiging Drain TMR
Om de vlakke afzuiging (2 mm/0,1 inch) volledig te gebruiken,
moet u de vlotterschakelaar voor de inbedrijfname opbinden.
✓
De vlotterschakelaar is naar boven toe op de greep bevestigd.
✓
Er is een aparte in-/uitschakelaar aanwezig. Als de vlotter is
opgebonden, start de pomp direct nadat de stekker in de con-
tactdoos is gestoken!
1.
Pomp op gebruikslocatie neerzetten.
2.
De aansluitkabel naar de contactdoos leiden.
3.
Stekker in contactdoos steken.
4.
Pomp met aparte in-/uitschakelaar inschakelen.
5.
Laat de pomp draaien totdat het restwaterniveau is bereikt.
LET OP! Een klein waterlek tussen de zuigkorf en het huis bij
het bereiken van het restwaterniveau is normaal. Dit is no-
dig voor de bedrijfsveiligheid van de pomp.
6.
Pomp met aparte in-/uitschakelaar uitschakelen.
6.5
Tijdens het bedrijf
VOORZICHTIG
Droogloop van de pomp is verboden!
Werking van de pomp zonder medium (droogloop) is
verboden. Als het restwaterniveau is bereikt, pomp
uitschakelen. Een droogloop kan de afdichting be-
schadigen en leidt tot onherstelbare schade aan de
pomp.
Controleer de volgende punten:
•
Toevoerhoeveelheid komt overeen met de capaciteit van de
pomp.
•
Vlotterschakelaar werkt correct.
•
Aansluitkabel is niet beschadigd.
•
De pomp is vrij van afzettingen en verroestingen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Drain TM/TMW/TMR 32 • Ed.10/2023-04
7
Demontage
GEVAAR
Gevaar voor infectie door gezondheidsscha-
delijke media!
In stilstaand water kunnen schadelijke bacteriën
worden gevormd. Als er gevaar voor kiemvorming
bestaat, neem dan de volgende punten in acht:
• Zorg voor voldoende ventilatie.
• Draag een ademhalingsbeschermingsmasker,
bijv. Halfmasker 3M serie 6000 met filter 6055
A2.
• Desinfecteer het product.
•
Draag beschermingsmiddelen!
•
Delen van het huis kunnen afhankelijk van de bedrijfssituatie en
-duur warmer worden dan 40 °C (104 °F).
–
Pak het product altijd aan de draagbeugel vast.
–
Laat het product afkoelen.
•
Reinig het product grondig.
7.1
Stationaire natte opstelling
1.
Sluit de afsluiters in de toevoer- en persleiding.
2.
Schakel de pomp uit.
Pomp met stekker: Trek de stekker eruit.
De pomp is vast aangesloten (zonder stekker): Koppel de
pomp los van het elektriciteitsnet. GEVAAR! Laat werkzaam-
heden aan het elektriciteitsnet door een elektromonteur
uitvoeren!
3.
Aansluitkabel van de persleiding losmaken.
4.
Ontkoppel de pomp met drukpijp van de persleiding.
5.
Til de pomp aan de greep uit de bedrijfsruimte.
6.
Drukpijp van het drukstuk afschroeven.
7.
Wind de aansluitkabel op en plaats hem aan de pomp.
8.
Reinig de pomp en persleiding grondig.
▶
De pomp is gedemonteerd.
Als de pomp gemonteerd blijft, moeten de volgende punten in acht
worden genomen:
•
Bescherm de pomp tegen vorst en ijs:
–
dompel de pomp volledig onder in het medium.
–
Min. omgevingstemperatuur: +3 °C (+37 °F)
–
Min. temperatuur van het medium: +3 °C (+37 °F)
•
Om verroestingen en verstoppingen tijdens langere perioden
van stilstand te voorkomen, schakelt u de pomp om de 2 maan-
den in voor een pompactiviteit. Een testloop mag alleen onder
de geldige bedrijfsomstandigheden plaatsvinden.
Als de genoemde punten niet kunnen worden gegarandeerd, de-
monteer de pomp dan!
7.2
Mobiele natte opstelling
1.
Pomp uitschakelen: Trek de stekker eruit.
2.
Til de pomp aan de greep uit de bedrijfsruimte.
3.
Slangklem losmaken en drukslang van het drukstuk lostrek-
ken.
4.
Wind de aansluitkabel op en plaats hem aan de pomp.
5.
Reinig de pomp en drukslang grondig.
nl
11
Advertenties
Inhoudsopgave
