Inhoudsopgave
Advertenties
mm verschil is met de vorige meting is het mes
krom en dient dit vervangen te worden.
7. Indien het mes niet krom is, kunt u het
maaideck afstellen door borgmoer (A) van de
linkse trekstang los te draaien.
8. Door de moer (B) rechtsom te draaien kunt u
linksachter van het maaideck opwaarts heffen,
door de moer linksom te draaien zakt het
maaideck linksachter.
9. Nadat alles goed is afgesteld kunt u de
borgmoer (A) op trekstang (C) stevig vast
draaien om alles te borgen.
10. Herhaal stap 3 tot 9 ook voor de rechtse kant.
11. Controleer daarna weer links en rechts en
zonodig deze stappen herhalen.
12. Controleer of iedere ketting gespannen is
(gewicht draagt). Indien dit niet het geval is
zonodig bijstellen.
Figuur 22
Figuur 23
MAAIHOOGTE AFSTELLING
(Zie figuur 23)
LET OP: De vorige afstellingen van het
maaideck dienen reeds te zijn uitgevoerd.
1. Controleer de bandenspanning van alle vier de
wielen en zet ze zonodig op de juiste spanning.
2. Druk het voetpedaal (E) voor de hoogte
instelling iets in en zet de hoogte instelpen (F)
in het gat voor een maaihoogte van 3" = 7,5
cm. Laat het voetpedaal weer los en laat het
maaideck zakken totdat de pen (F) rust tegen
de stalen geleidingsbuis (G). Zorg ervoor dat
het kunststof vulstuk (H) (voor 6mm hoogte
tussenstand) niet tussen de pen en de
geleidingsbuis zit.
3. Zet het linkse mes in de breedte en meet de
afstand tussen de buitenste
vlakke vloer. (zie figuur 22).
4. Zet het rechtse mes in de breedte en meet de
afstand tussen de buitenste
vlakke vloer.
5. Indien er meer dan 4 mm verschil is dient het
maaideck
te
bovenstaand hoofdstuk).
6. Indien beide maten liggen tussen de 70 en 80
mm is er geen verdere afstelling nodig.
7. Doch is het meer dan 80 of minder dan 70 mm,
dan wel afstellen.
8. Draai daartoe de borgmoer (K) op de hoogte
instelbuis (J) los.
9. Het maaideck stelt u hoger door moer (L)
rechtsom te draaien.
10. Door de moer (L) linksom te draaien laat u het
maaideck zakken.
11. Indien de meshoogte aan beide zijden binnen
de toleranties valt draait u de borgmoer (K)
weer stevig vast tegen de instelbuis (J).
12. Controleer of de transportstand handel (M) nog
goed werkt.
AFSTELLING VAN DE
MESAANDRIJFRIEM
(Zie figuur 24)
De riemspanning wordt op de fabriek juist
afgesteld, maar dient na de eerste paar draaiuren, en
verder ook regelmatig, gecontroleerd te worden. Dit
doet U als volgt:
1. Zet het maaideck in de laagste stand, (25mm),
en verwijder de linkse afdekplaat.
2. Draai borgmoer (A) los en draai aan moer (C)
om de riemspanning bij te stellen.
3. U spant de riem door(C) rechtsom te draaien
en door linksom te draaien zet u de riem
minder strak.
4. De windingen van de spanveer (D) dienen een
lengte te hebben van ongeveer 5,75" = 145
mm.
5. Nadat de juiste spanning is ingesteld kunt u
borgmoer (A) weer goed vast zetten.
6. Vergeet niet om de afdekplaat weer te
monteren.
mespunt en de
mespunt en de
worden
afgesteld.
(zie
32
Advertenties
Inhoudsopgave
