BELANGRIJK
Wanneer u de messen installeert, moet de
windvleugel naar de bovenkant gericht zijn
(zie figuur 11). Draai de bout (A) vast in de
mes as met een kracht van 7.0-7.6 kg/m.
AFSTELLINGEN EN CONTROLES
WAARSCHUWING
Voer alle controles en afstellingen uit met de
machine op een vlakke effen en verhardde vloer.
De machine moet stil staan, de messen dienen te
zijn uitgeschakeld, de parkeerrem aangetrokken
en de contactsleutel dient verwijdert te zijn.
WAARSCHUWING
Maak tevens de massa (-) kabel van de accu los
wanneer u onderhoud pleegt aan de motor, de
koppeling of aan het elektrische en beveiliging
circuit. De accu is gemonteerd onder het linker
spatbord.
VERMINDERDE AANDRIJFKRACHT
1
VAN HET G
AANDRIJFSYSTEEM
Controleer het olie niveau in het reservoir.
Controleer alle hydraulische aansluitingen op
lekkages. Verzeker uzelf ervan dat de aandrijfriem
niet slipt en juist gespannen is. Controleer of de
vrijloop klep op de pomp goed vast staat zodat de
olie goed rondgepompt wordt.
VERVANGING VAN DE AANDRIJFRIEM
(Zie figuur 12)
Demonteer het achterschild (blz 45, onderdeel
•
42) door de bouten los te draaien en het schild
iets omhoog en achterwaarts te tillen.
Verwijder de mes aandrijfriem (A) zoals dat
•
beschreven staat in hoofdstuk "Verwijder de
mes aandrijfriem" (blz 33)
Maak
borgmoer
•
onderliggende moer D terug (linksom) tot tegen
het einde van de Haakbout (E) zodat de
spanveer de minimale spanning heeft.
Trek aan de spanarm (F) op de spanveer (G) op
•
te rekken en verwijder de V-riem (B) van de
pulley.
Monteer een nieuwe V-riem terwijl de veer nog
•
ongespannen is.
Om de V-riem spanning te stellen, draai de
•
bovenste borgmoer (C) op de haakbout los. Stel
de onderste spanmoer (D) zo af dat de spanveer
C
los
en
draai
een lengte heeft van 146 mm. Draai daarna de
bovenste borgmoer weer vast tegen de steun.
Monteer daarna de mesaandrijf riem zoals
•
beschreven staat in desbetreffende hoofdstuk op
blz. 34.
Nadat de machine 10 uur in bedrijf is geweest
•
dient u de V-riem spanning weer te controleren.
Figuur 12
AFSTELLING VAN DE STOPMAGNEET
De kabel tussen de stopmagneet en de handel op de
brandstofpomp dient zo afgesteld te zijn dat de
stopmagneet helemaal tot het eind (bodem) aan kan
trekken. Dit dient te gebeuren voordat de handel op
de brandstofpomp helemaal aangetrokken is. Deze
moet nog een speling hebben van 1,6 tot 3,2 mm.
De stopmagneet is ontworpen om de brandstofklep
van de motor open te houden tijdens gebruik.
Wanneer de contactsleutel op start gedraaid wordt
trekt de magneet aan en opent de brandstof klep.
Wanneer de sleutel op stop gedraaid wordt zal de
magneet loslaten waardoor de brandstofklep
de
gesloten wordt.
HET TESTEN VAN DE STOPMAGNEET
Stel de kabel af zoals boven omschreven. De
magneet zal niet aantrekken voordat de motor
gestart wordt. Maak de stop-kabel los van de
stophandel en draai aan de contactsleutel. Nadat de
motor gestart is en met de sleutel in de bedrijfsstand
moet de magneet volledig aangetrokken zijn. Indien
dit niet het geval is controleer dan de zekering in de
26