2. Maak de bedieningsstang van de rechterrem los
(#16)
3. Stel de verbindingsstang van de linker rem
zodanig af dat er 6 kg. trekkracht aan de
bovenkant van de remhandel nodig is om de
rem goed aan te trekken. Eventueel dient ook
de hoofdrem stang (#26) bijgesteld te worden.
4. Maak de bedieningsstang van de rechterrem
(#16) weer vast.
5. Maak de bedieningsstang van de linkerrem los
(#16)
6. Stel de verbindingsstang van de rechter rem
zodanig af dat er 14 lbs. trekkracht aan de
bovenkant van de remhandel nodig is om de
rem goed aan te trekken.
7. Maak de bedieningsstang van de linker rem
weer vast.
8. Met de beide bedieningsstangen gemonteerd
dient er 28 lbs trekkracht aan de bovenkant van
de remhandel nodig te zijn om de machine op
de rem te zetten.
9. Zonodig
ook
de
bijstellen.
10. Controleer of alle splitpennen en borgmoeren
op de juiste plaats zitten en vast gedraaid zijn.
11. Controleer of het remlichtje op het dashboard
brand wanneer de machine op de rem staat.
Indien dit niet het geval is dient u de
parkeerrem schakelaar bij te stellen d.m.v. de
boutjes los te draaien, de schakelaar door de
sluifgaten te schuiven, en daarna de boutjes
weer vast zetten.
Figuur 14
HET INLOPEN VAN DE MESKOPPELING
BELANGRIJK
Indien een nieuwe koppeling / rem, of één die
lang stil gestaan heeft, niet goed ingereden wordt
kan deze beschadigd worden. Ga daarom als
volgt te werk:
hoofdremstang
(#26)
Zet de tractor in neutraal: start de motor en laat
deze ruim half gas draaien.Schakel de koppeling 30
seconden in en dan 30 seconden uit. Herhaal dit 5
keer. Daarna 5 keer bij vol gas. De tussentijden zijn
noodzakelijk om de koppeling te laten afkoelen.
HET VERVANGEN VAN DE KOPPELING
(Zie figuur 15).
1. Verwijder het achterschild (blz.45 # 42) door
de twee rubber motorkap sluitingen of bouten
aan de zijkanten los te maken, het schild iets
naar boven te tillen en dan naar achteren te
trekken.
2. Verwijder de hoofd mesaandrijfriem (A) zoals
beschreven in desbetreffende alinea hieronder.
3. Draai de centrale bout (B) los en shuif de
koppeling van de as af.
4. De (nieuwe) koppeling kan in omgekeerde
volgorde gemonteerd worden, daarna kan de
hoofd
mesaandrijfriem
worden.
Figuur 15
AFSTELLING VAN DE HOOFD
MESAANDRIJFRIEM
(Zie ook figuur 16 & 17)
1. Zet de maai-unit in de hoogste stand, de
transportstand, en verwijder het achterschild
(blz 45 # 42) door de twee rubber motorkap
sluitingen of bouten aan de zijkanten los te
maken, het schild iets naar boven te tillen en
dan naar achteren te trekken.
2. Controleer of de mesaandrijfriem goed loopt en
dat deze slechts ¼ slag (B) gedraaid is tussen
de koppelings pulley en iedere spanpulley
(C&D).
3. Op een nieuwe maaier met een nieuwe V-riem
is de rechter spanpulley (D) vastgezet aan de
bovenkant van het sleufgat (E). De veer (F) van
weer
gemonteerd
29