• Om een cijfer in de invoegmodus in te voegen, brengt u de cursor naar de
plaats meteen achter het punt waar het cijfer moet worden ingevoegd en
dan voert u het cijfer in. In de overschrijfmodus worden de gegevens onder
de cursor overschreven door het cijfer dat u invoert.
• De modus-instelling blijft gehandhaafd totdat het apparaat wordt
teruggesteld (RESET).
[Verwijdertoets]
• Om een cijfer/functie te verwijderen, brengt u de cursor naar het cijfer/
functie die u wilt verwijderen en dan drukt u op d. Als de cursor aan de
rechterkant van een vergelijking staat, werkt de d toets als een
backspace-toets.
Meerregelige playback-functie
Deze calculator is voorzien van een functie voor het oproepen van vorige
vergelijkingen in de normale gebruiksstand. Hieronder vallen tevens de
eindinstructies van de vergelijkingen zoals "="; maximaal kunnen er 142
tekens in het geheugen worden vastgelegd. Wanneer het geheugen vol is,
worden de oudste gegevens het eerst gewist. Druk op [ om de vorige
vergelijking en de uitkomst op het display weer te geven. Druk nogmaals op
[ om vergelijkingen ervoor op te roepen (wanneer u bij een vroegere
vergelijking bent, drukt u op ] om de vergelijkingen weer in de normale
volgorde te zien). Door op @[ te drukken gaat u rechtstreeks terug
naar de oudste vergelijking die in het geheugen is vastgelegd.
• Om een vergelijking te bewerken nadat deze is opgeroepen, drukt u op
> (<).
• Om de getoonde vergelijking te bewerken, drukt u meteen op > (<)
nadat u de uitkomst hebt verkregen.
• Het meerregelig geheugen wordt gewist wanneer u een van de volgende
bedieningen uitvoert: @c, @F (inclusief de automatische
uitschakelfunctie), omschakelen van de gebruiksstand, geheugen wissen
(@∏), RESET, @`, K (R) ?, berekening met
constante, kettingberekening, omrekenen van hoekmaat, omrekenen van
coördinaten, N-grondtal omrekening, opslag van numerieke waarden in de
tijdelijke geheugens en het onafhankelijke geheugen, en invoeren/wissen
van statistiek-gegevens.
Prioriteitsvolgorde bij het uitvoeren van berekeningen
De berekeningen worden in de volgende volgorde uitgevoerd:
Q Breuken (1
4 enz.) W Functies met voorafgaand argument (x
l
enz.) E Y
x
,
x
¿
R Ingesloten vermenigvuldiging van een geheugenwaarde
(2Y, enz.) T Functies die gevolgd worden door hun argument (sin, cos, enz.)
Y Ingesloten vermenigvuldiging van een functie (2sin30, enz.) U
×, ÷ O +, – P AND { OR, XOR, XNOR } =, M+, M–, ⇒M, |DEG, |RAD,
|GRAD, DATA, CD, →rθ, →xy en andere instructies die eindigen met een
berekening
• Indien haakjes gebruikt worden, hebben de berekeningen tussen haakjes
voorrang boven alle andere berekeningen.
INSTELLINGEN VOORAF
Kiezen van de gebruiksstand
Normale gebruiksstand (NORMAL): m0
Voor het uitvoeren van basisrekenkundige bewerkingen.
Statistiek-functie (STAT): m1
Voor het uitvoeren van statistiek-berekeningen.
Bij het omschakelen van de gebruiksstand worden de tijdelijke geheugens, de
statistiek-variabelen, de statistiek-gegevens en het laatste-uitkomst geheugen
gewist, ook wanneer u naderhand weer naar dezelfde gebruiksstand zou
terugkeren.
SET UP menu
Druk op " om het SET UP menu weer te
geven.
• U kunt een menu-onderdeel selecteren door:
• de knipperende cursor te verplaatsen met >< en dan op ®
(= toets) te drukken, of
• op de cijfertoets te drukken die overeenkomt met het gewenste menu-
onderdeel.
op het scherm wordt aangegeven, drukt u op [ of ]
• Als
of
om het vorige/volgende menuscherm te zien.
• Druk op ª om het SET UP menu te verlaten.
[Kiezen van de notatie op het display en het aantal decimaalplaatsen]
Deze calculator heeft verschillende notatiesystemen voor het aangeven van de
berekening-uitkomsten (drijvend decimaalteken, vast decimaalteken,
wetenschappelijke notatie en technische notatie).
• Wanneer het FIX, SCI of ENG symbool wordt getoond, kan het aantal
decimaalplaatsen (TAB) op een willekeurige plaats tussen 0 en 9 worden
ingesteld. De waarde op het display wordt overeenkomstig de instelling
afgerond en weergegeven.
• Als een getal met drijvend decimaalteken niet in het voorgeschreven bereik
valt, wordt de wetenschappelijke notatie aangehouden (exponentiële notatie).
Zie "Instellen van het drijvend-decimaalteken getallensysteem in de
wetenschappelijke notatie" voor nadere bijzonderheden.
• Druk op " en dan op 0 om het volgende submenu te laten
verschijnen:
FIX SCI ENG
0 1 2
[Instellen van het drijvend-decimaalteken getallensysteem in de
wetenschappelijke notatie]
Deze calculator heeft twee instellingen voor een getal met drijvend
decimaalteken: NORM1 (standaardinstelling) en NORM2. Bij beide instellingen
wordt een getal buiten een vooraf ingesteld bereik automatisch in de
wetenschappelijke notatie weergegeven:
• NORM1: 0.000000001 ≤
x
• NORM2: 0.01 ≤
≤ 9999999999
x
FSE TAB
0
→
NORM1 NORM2
]
3
≤ 9999999999
100000÷3=
[Drijvend decimaalteken (NORM1)]
→[Vast decimaalteken (FIX)]
[TAB ingesteld op 2]
→[Wetenschappelijke notatie (SCI)]
→[Technische notatie (ENG)]
→[Drijvend decimaalteken (NORM1)] "03
3÷1000=
[Drijvend decimaalteken (NORM1)]
→[Drijvend decimaalteken (NORM2)] "04
→[Drijvend decimaalteken (NORM1)] "03
Instellen van de hoekmaat
Bij deze calculator kan gekozen worden uit de volgende drie hoekmaten
(graden, radialen en gradiënten):
WETENSCHAPPELIJKE BEREKENINGEN
• Druk op m0 om over te schakelen naar de normale gebruiksstand.
• Druk in elk voorbeeld op ª om het display te wissen. En als de FIX,
SCI of ENG indicator wordt aangegeven, kunt u deze verwijderen door
'NORM1' te selecteren in het SET UP menu.
Basisrekenkunde
• Het haakje sluiten ) voor het = teken of ; kan weggelaten
worden.
Berekeningen met constanten
• Bij berekeningen met constanten wordt de opteller een constante. Aftrekken
en delen gebeuren op dezelfde wijze. Bij vermenigvuldigen wordt het
vermenigvuldigtal een constante.
• Bij het uitvoeren van berekeningen met constanten worden de constanten
-1
2
, x
, n!,
als K aangegeven.
Functies
C
,
P
I
n
r
n
r
• Zie de rekenvoorbeelden voor iedere functie.
• Stel de hoekmaat in voordat u begint met de berekeningen.
Aselect-functie
De aselect-functie heeft vier instellingen voor gebruik in de normale
gebruiksstand en de statistiek-gebruiksstand. (Deze functie kan niet
geselecteerd worden tijdens gebruik van de N-grondtal functie.) Druk op
ª om de functie te verlaten.
• De opgeroepen pseudo-aselecte getallenserie wordt in geheugen Y
opgeslagen. Elk aselect getal is gebaseerd op een getallenserie.
[Aselecte getallen]
Een pseudo-aselect getal bestaande uit drie significante cijfers van 0 tot
0.999 kan worden opgeroepen door op @`0® te drukken.
Om het volgende aselecte getal te laten verschijnen, drukt u opnieuw op
®.
[Dobbelsteen-aselectfunctie]
Om het gooien met een dobbelsteen na te bootsen voor een aselecte integer
tussen 1 en 6, drukt u op @`1®. Om het volgende aselecte
dobbelsteengetal op te roepen, drukt u op ®.
[Muntstuk-aselectfunctie]
Om het opgooien van een muntstuk na te bootsen voor een aselecte 0 (kop)
of 1 (munt), drukt u op @`2®. Om het volgende aselecte
muntstukgetal op te roepen, drukt u op ®.
[Integer-aselectfunctie]
Om een aselecte integer tussen 0 en 99 op te roepen, drukt u op @`
3®. Om de volgende aselecte integer op te roepen, drukt u op
®.
Omrekenen van hoekmaten
Telkens wanneer @g worden ingedrukt, verandert de hoekmaat in
de vastgestelde volgorde.
Geheugen-berekeningen
Deze calculator heeft zes tijdelijke geheugens (A-F, X en Y), een onafhankelijk
geheugen (M) en een laatste-uitkomst geheugen (ANS). De tijdelijke
geheugens en het onafhankelijke geheugen zijn alleen beschikbaar in de
normale gebruiksstand.
[Tijdelijke geheugens (A-F, X en Y)]
Druk op O en de corresponderende variabele-toets om een waarde in
het geheugen op te slaan.
Druk op R en de corresponderende variabele-toets om een waarde uit
het geheugen op te roepen.
Om een variabele in een vergelijking te zetten, drukt u op K en dan op
de gewenste variabele-toets.
[Onafhankelijk geheugen (M)]
Dit geheugen heeft alle mogelijkheden van de tijdelijke geheugens, maar
kan tevens een waarde optellen bij of aftrekken van een bestaande
4
geheugenwaarde.
Druk op ªOM om het onafhankelijke geheugen (M) te wissen.
[Laatste-uitkomst geheugen (ANS)]
Het resultaat van een berekening dat verkregen wordt door indrukken van
= of het resultaat van iedere andere instructie die eindigt met een
berekening, wordt automatisch vastgelegd in het laatste-uitkomst geheugen.
Opmerking:
• De resultaten van de onderstaande functie-berekeningen worden
automatisch in geheugen X of Y vastgelegd. Wees daarom bij het maken
van deze berekeningen voorzichtig met het gebruik van geheugen X en Y.
ª100000/3= 33'333.33333
"00
"1 2
"01
"02
ª3/1000=
DEG (°)
Druk op G
(rad)
GRAD (g)
RAD
33'333.33333
33'333.33
3.33×10
04
33.33×10
03
33'333.33333
0.003
3. ×10
–03
0.003