Dialoogvenster Eigenschappen voor HP-printer
Het dialoogvenster Eigenschappen voor HP-printer bevat drie
tabbladen: Als u het venster hebt geopend, klikt u op een tabblad
en kiest u vervolgens de gewenste instellingen.
•
Instelling
(zie pagina 10)
•
Functies
(zie pagina 11)
•
Geavanceerd
(zie pagina 12)
Tabblad Instelling
(Windows 95, 98, 2000 en NT 4.0)
Afdrukkwaliteit
•
Concept
- Snel afdrukken
•
Normaal
- Gewoon afdrukken
•
Beste
- Hoogste afdrukkwaliteit
Papiersoort
U kunt kiezen uit een groot aantal
papiersoorten. Bij de optie
Automatisch
(de standaardinstelling) kan via de optische
sensor van de printer het soort
afdrukmateriaal dat is geladen, worden
herkend en de papiersoort automatisch
worden vastgesteld.
Papierformaat
Kies een papierformaat of voer een eigen
formaat in.
Klik hier om banners af te drukken.
Basiszaken voor afdrukken: Afdrukken in Windows 95, 98, 2000 en NT 4.0
Klik hier om de grootte van een
afbeelding aan te passen als deze te groot
is voor het opgegeven papierformaat.
Klik met de rechtermuisknop op een item in deze vensters
om Help-informatie bij het item weer te geven.
Kijk hier wat het resultaat van uw huidige
instellingen is.
Afdrukken op fotopapier
Als u handmatig HP-fotopapier (of een ander soort
fotopapier) selecteert, kunt u de afdrukopties voor
fotopapier gebruiken.
• Klik op
PhotoREt
als u de beste combinatie van
afdruksnelheid en afdrukkwaliteit automatisch
wilt selecteren.
• Klik op
2400x1200 dpi
die groter zijn dan dan 600 dpi. Voor deze
instelling is minstens 400 Mb aan vrije
schijfruimte nodig. Houd bovendien rekening met
een langere afdruktijd.
Als u de papiersoort instelt op Automatisch, kunt u
de
Afdrukken op fotopapier
voor bronafbeeldingen
niet gebruiken.
10