Opmerking:
Als u AUTOM. SCHOONMAKEN inschakelt op het bedieningspaneel
van de printer, ook al is Afdrukken geselecteerd, dan worden niet
alleen de verstopte kanaaltjes gecontroleerd, maar wordt bovendien
automatisch de printkop gereinigd. Als u speciaal afdrukmateriaal
gebruikt dat niet van Epson afkomstig is of als uw papier minder
dan 210 mm breed is, zet u AUTOM. SCHOONMAKEN uit op het
bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de instructies op het scherm om een
spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
Als er puntjes ontbreken, moet u de spuitkanaaltjes reinigen. Zie
"Printkop reinigen" op pagina 73.
Printkop reinigen
Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes in de
afgedrukte gegevens ontbreken, kunt u proberen het probleem
op te lossen door de printkop te reinigen, zodat de inkt weer op
de juiste wijze door de spuitkanaaltjes wordt toegevoerd. U doet
dit met het hulpprogramma Printkop reinigen.
Voer de onderstaande stappen uit om het hulpprogramma
Printkop reinigen te starten.
Opmerking:
❏ Gebruik het hulpprogramma Printkop reinigen niet terwijl het
apparaat bezig is met afdrukken, omdat het afdrukken dan niet goed
verloopt.
❏ Gebruik om inkt te besparen eerst het hulpprogramma
Spuitkanaaltjes controleren om te controleren of de printkop wel
moet worden schoongemaakt. Bij het reinigingsproces wordt
namelijk inkt verbruikt.
❏ Wanneer het inktlampje knippert of brandt, kunt u de printkop niet
reinigen. Vervang eerst de betreffende cartridge. Zie "Cartridges
vervangen" op pagina 305.
Afdrukken onder Windows
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
73