PRINTKOP UITLIJNEN
Dit menu bevat de volgende items.
PAPIERDIKTE
U kunt de dikte instellen van het papier dat u wilt gebruiken.
Selecteer STANDAARD als u speciaal afdrukmateriaal van Epson
gebruikt met een papierdikte van 0,2 mm of 1,2 mm. Als u
speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat niet van Epson afkomstig
is, voert u een papierdikte in van 0,1 tot 1,5 mm.
UITLIJNEN
Hiermee kunt u de uitlijning van de printkop corrigeren als deze
niet goed is ingesteld. Zie "De printkop uitlijnen" op pagina 244
voor meer informatie.
De spuitkanaaltjes van de printkop controleren
U kunt een spuitkanaaltjespatroon laten afdrukken om te
controleren of de spuitkanaaltjes de inkt op de juiste manier
toevoeren. Als de spuitkanaaltjes dit niet goed doen, merkt u dit
aan ontbrekende punten in het patroon. Voer de onderstaande
stappen uit om een spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
Opmerking:
❏ Als u vóór elke afdruktaak een automatische spuitkanaaltjescontrole
wilt uitvoeren, selecteert u AAN voor AUTOM. SCHOONMAKEN
en AAN voor AUTOM. CONTR. SP.KAN.
❏ Controleer voordat u uw gegevens afdrukt eerst of het
spuitkanaaltjespatroon goed wordt afgedrukt.
1. Zorg ervoor dat er papier in de printer is geladen.
2. Druk op de menuknop r om de menumodus te openen.
242
Het bedieningspaneel