13.5 Condensaatopvangbak
1
2
3
5
Legenda
1
Klemmen voor de bevestiging van de
condensaatopvangbak
2
Condensaatopvangbak
3
Slang voor de afvoer van de
condensaten
4
Stop
5
Afvoersifon
•
Laat de vulsifon van de
condensaatopvangbak leeglopen
(zie hoofdstuk «Vullen van de
condensaatopvangbak»).
•
Maak de soepele afvoerslang (2) onder
de condensaatopvangbak los.
•
Maak de slang voor het opvangen
van de condensaten onder het
verwarmingslichaam los (zie hoofdstuk
«Reserveonderdelen»).
•
Verwijder de condensaatopvangbak
door de bevestigingsklemmen (1) los
te maken; zorg ervoor geen vloeistof te
morsen.
3
4
Attentie: condensaat is erg (2)
zuur - draag beschermende
handschoenen.
•
Reinig de slangen en verwijder de
eventueel aanwezige neerslagen.
•
Reinig de condensaatopvangbak met
water.
•
Monteer het geheel opnieuw en zorg
er daarbij voor de pakkingen goed aan
te brengen en dat de vulsifon gevuld is
conform het hoofdstuk «Vullen van de
condensaatopvangbak».
•
Controleer de voedingsdruk van het
expansievat (zie hoofdstuk «Technische
gegevens») via de drukaansluiting en
pas zo nodig aan.
•
Na de montage van een nieuw
expansievat, dit vullen en de ketel (of
de installatie indien nodig) ontluchten.