9 Beveiligingen
U vindt de lijst van bepaalde foutcodes in
de handleiding.
De storingen die in dit hoofdstuk zijn
beschreven vereisen de interventie van
een vakman en indien nodig die van de
Bulex-service (dienst-na-verkoop).
Belangrijk: in geval van aanwezigheid van
lucht in de leidingen, moet u de lucht die
in de radiatoren zit aflaten (ontluchten)
en water toevoeren tot de druk de
Defect Beschrijving
F1
Ontstekingsfout
Vlam dooft
F4
tijdens de
werking
Slechte
afzuiging of
F2
aanzuiging van
de lucht
Herhaalde storing
F3
luchttoevoer
Oververhit-
F5
tingsfout
Detail
van de
Mogelijke oorzaak
fout
d28
Geen gastoevoer /
onvoldoende gasdebiet
Slechte regeling van het
gasmechanisme
Ontstekings- en vlamcontrole-
elektrode defect
d29
Defecte ontsteker
Verkeerde snelheid
d32
afzuigventilator
d33
Storing in de pressostaat
Te hoge weerstand in de
d36
schoorsteen
Verkeerde snelheid van de
d37
afzuigventilator tijdens de
werking
d35
Zie de oorzaken en oplossingen van storing F2
Oververhittingsbeveiliging
d20
geactiveerd (97°C)
Toegestane
d25
maximumtemperatuur
overschreden (95°C)
-
Slechte ontgassing
36
voorgeschreven waarde bereikt. Als u te
dikwijls water moet toevoegen, dan moet
u daar de dienst na verkoop van op de
hoogte brengen, want het kan gaan om
kleine lekken in de installatie, waarvan
de oorsprong dient gezocht te worden,
of corrosie van de verwarmingskring,
die verholpen moet worden door een
passende behandeling van het water in
de kring.
Oplossing
• Controleer de
gastoevoerkring (open
gaskraan).
• Controleer de regeling van
het gasmechanisme.
• Controleer de aansluitingen
van de ontsteking.
• Controleer de staat van de
brander (netheid binnen van
de brandtakken).
• Controleer de staat van
de elektrodes (plaats en
corrosie).
• Controleer de luchttoevoer
en de rookgasafvoer.
• Controleer de werking van
de pressostaat en van de
afzuigventilator.
• Controleer de elektrische
verbindingen van de
afzuigventilator en van de
pressostaat.
• Controleer of de hoge en
lage verluchtingsopeningen
van het lokaal niet verstopt
zijn.
• Controleer de werking van
de pomp.
• Controleer of de
afsluitkranen in de uitgaande
leiding en de retourleiding
van de cv open staan.