Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Graco 218956 Bedieningsinstructies pagina 7

Inhoudsopgave

Advertenties

OPMERKING: De verwijsnummers en letters tussen
haakjes in de tekst corresponderen met
de aanduidingen in de afbeeldingen en
de onderdelentekening.
De voorbeeldinstallatie op blz. 6 is slechts bedoeld als
voorbeeld voor het kiezen en installeren van de
componenten en toebehoren voor uw systeem. Neem
contact op met uw Graco-leverancier voor technische
ondersteuning bij het ontwerpen van een systeem dat
aan uw specifieke behoeften voldoet.
Systeemonderdelen
Zie de voorbeeldinstallatie op blz. 6.
WAARSCHUWING
Twee toebehoren moeten in ieder geval in uw systeem
aanwezig zijn: een zelfontlastende luchtkraan (A) en een
materiaalaftapkraan (B). Deze toebehoren helpen het
risico te verminderen van ernstig lichamelijk letsel waar-
onder het spatten van materiaal in de ogen of op de huid,
en verwonding door bewegende delen bij het afstellen of
repareren van de pomp.
De zelfontlastende luchtkraan ontlast de lucht die is blijven
zitten tussen de kraan en de pomp, nadat de luchtregelaar
gesloten is. Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts
aan het lopen brengen. Plaats de kraan dichtbij de pomp.
De materiaalaftapkraan helpt de materiaaldruk te
ontlasten in de verdringerpomp, de slang en het pistool.
Het aantrekken van de trekker is soms niet voldoende
om de druk te ontlasten.
Montageonderdelen
Bevestig de pomp op een manier die past bij de geplande
installatie. De maten van de pomp en de plaatsing van
de bevestigingsgaten zijn te zien op blz. 18.
De afsluitadapter heeft 2" npt schroefdraad. Installeer de
pomp in het deksel van het vat tot hij 13 mm boven de onder-
kant van het vat zit. Draai de afsluitadapter vervolgens vast.
Lucht- en materiaalslangen
Zorg ervoor dat alle lucht- en materiaalslangen de juiste
maten hebben en geschikt zijn voor de toegepaste
drukniveaus. Gebruik alleen elektrisch geleidende lucht-
en materiaalslangen. Materiaalslangen moeten aan beide
uiteinden veerbeschermers hebben.
Installatie
Sluit een elektrisch geleidende materiaalslang (H) aan op
de 3/4 npt(i) materiaaluitlaat van de pomp.
Sluit een elektrisch geleidende luchtslang met een minimale
binnendiameter van 3/8 inch (G) aan op de 3/8 npt(f) lucht–
inlaat van de pomp.
Luchtleiding
Installeer de volgende toebehoren in de volgorde zoals
aangegeven in de voorbeeldinstallatie en gebruik waar nodig
verloopnippels:
D Een snelheidsbegrenzingsventiel (J) detecteert wan-
neer de pomp te snel loopt en schakelt dan automatisch
de luchttoevoer naar de motor af. Een te snel lopende
pomp kan ernstig beschadigd raken. Installeer dit ventiel
het dichtste bij de luchtinlaat van de pomp.
D Een olienevelaar (C) zorgt voor automatische smering
van de luchtmotor.
D Een zelfontlastende luchtkraan (A) moet in de
installatie aanwezig zijn, om lucht te laten ontsnappen
die opgesloten is blijven zitten tussen de kraan en de
luchtmotor wanneer de kraan gesloten wordt (zie de
WAARSCHUWING links). Zorg dat de zelfontlastende
kraan goed bereikbaar is vanaf de pomp, en achter het
luchtreduceerventiel geplaatst is.
D Een luchtreduceerventiel (D) regelt de pompsnelheid en
de uitlaatdruk door de luchtdruk naar de pomp te regelen.
Plaats het reduceerventiel dicht bij de pomp, maar vóór
de zelfontlastende hoofdluchtkraan.
D Een luchtfilter (E) verwijdert vuil en vocht uit de
aangevoerde perslucht.
D Een tweede hoofdafsluiter (F) sluit de hulpstukken van
de luchtleiding af ten behoeve van onderhoud. Plaats het
vóór alle andere hulpstukken in de luchtleiding.
Materiaalleiding
D Een materiaalaftapkraan (B) moet in uw systeem
aanwezig zijn om de druk te ontlasten in de slang en het
pistool (zie de WAARSCHUWING links). Installeer de
aftapkraan met de opening naar beneden, en zo dat de
handel naar boven wijst als hij wordt geopend.
307044
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave