11. Verwijder de splitpen (2) van de bovenzijde van de
verdringerstang (27) en schroef de stang los. Verwijder
de moeren van de trekstang (6) en trek de
pompbehuizing (36) van de trekstangen (24). Zie afb. 6.
12. Draai de pakkingmoer (35) los en druk de stang (27)
door de onderzijde van de pompbehuizing (36). Kijk het
buitenoppervlak van de stang na op krassen of slijtage.
13. Verwijder de pakkingmoer (35), de pakkingdrukkers
(23, 21), de lagers (22) en de pakkingen (19) van het
pomphuis.
14. Zie afb. 6. Installeer de mannelijke pakkingdrukker (21†).
Installeer vervolgens een voor een de PTFE
v–pakkingen (19†) en zorg daarbij dat de lipjes van de
v–pakkingen omlaag zijn gericht. Installeer de
vrouwelijke pakkingdrukker (23†) en de twee lagers
(22†). De lagers moeten een tussenruimte hebben van
0,508–1,27 mm wanneer ze geïnstalleerd zijn. Installeer
de pakkingmoer (35) losjes.
15. Smeer de verdringerstang (27) en schuif hem omlaag
door de bovenzijde van het pomphuis (36).
16. Klem de pompcilinder (26) in een bankschroef. Kijk het
binnenoppervlak na op krassen of slijtage. Smeer de
binnendiameter van de cilinder aan de bovenzijde in
met lichte machineolie.
17. Er moet een speciaal montagegereedschap worden
gebruikt (onderdeelnr. 168–085) om de zuiger als geheel
te installeren in de cilinder. Dit gereedschap is gemaakt
van een stapel tussenplaatjes van 0,41 mm en helpt de
randen van de pakkingen te beschermen tegen
beschadigingen tijdens de montage. Plaats het
gereedschap rond de zuigerpakkingen zoals op afb. 5
te zien is. Voer de onderste pakkingen (13a) in de
cilinder en verwijder dan het gereedschap.
14 307044
Onderhoud
Afb. 5
18. Verbind de koppelmoer (25) en de verdringerstang (27)
en draai ze stevig vast.
19. Installeer de o-ring (9) rond de bovenzijde van de
verdringerstang (27). Plaats de pompbehuizing (36) op
de trekstangen (24). Schroef de stang (27) in de motor
en installeer de pen (2). Schroef de trekstangmoeren (6)
op de trekstangen (24) en draai ze aan tot 14–20 N.m.
20. Installeer een nieuwe o-ring (20) in de onderzijde van de
pompbehuizing (36) en schroef vervolgens de cilinder
(26) in de behuizing.
21. Breng de kogel van het inlaatventiel (5) aan in de zitting
(30). Steek de pen (17) in de juiste set gaten (zie Klepaf-
stelling op blz. 10). Plaats de zitting in het klephuis (15)
en schroef het huis stevig op de cilinder.
22. Sluit de aardedraad van de pomp weer aan als deze
tijdens de servicebeurt werd ontkoppelt. Vul de smeer-
nippel voor de helft met TSL of een gelijksoortige vloei-
stof.
13a
26
SPECIAAL GEREEDSCHAP
ONDERDEELNR. 168–085