Problemen opsporen en verhelpen
WAARSCHUWING
Om het risico van ernstig letsel te verminderen moet u
elke keer als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten
de Drukontlastingsprocedure op blz. 8 volgen.
Probleem
Pomp werkt niet
p
De pomp werkt, maar er is weinig
p
p
,
opbrengst bij beide slagen
De pomp werkt, maar de uitvoer is
p
p
,
laag bij de neerwaartse slag
De pomp werkt, maar de uitvoer is
laag bij de opwaartse slag
Pomp werkt onregelmatig of gaat
steeds harder lopen
p
* Om vast te stellen of de materiaalslang of het pistool verstopt is, ontlast u eerst de druk. Haal de materiaalslang los en plaats
een opvangbak bij de pompuitlaat om materiaal op te vangen. Voer net genoeg lucht toe om de pomp te starten (ongeveer
140–280 kPa [1,4–2,8 bar]). Als de pomp start wanneer lucht wordt toegevoerd, zit de verstopping in de materiaalslang of in het
pistool.
Oorzaak
Luchttoevoer geblokkeerd of onvoldoende Zorg voor voldoende luchttoevoer.
Onvoldoende luchtdruk; luchtkraan dicht
of verstopt, enz.
Geen materiaalaanvoer meer
Beschadigde luchtmotor
g
Luchttoevoer geblokkeerd of onvoldoende Zorg voor voldoende luchttoevoer.
Onvoldoende luchtdruk; luchtkraan dicht
of verstopt, enz.
Geen materiaalaanvoer meer
Verstopte materiaalleiding, ventielen,
pistool, etc.
De materiaalreduceerventielen moeten
worden afgesteld
Losse pakkingmoer of versleten
pomphalspakkingen
Beschadigde o-ringen van de cilinder
Inlaatventiel blijft openstaan of is versleten Maak vrij; voer onderhoud uit.
Beschadigde o-ringen van de cilinder
Zuigerklep sluit niet of versleten, of
pakkingen versleten.
Geen materiaalaanvoer meer
De materiaalreduceerventielen moeten
worden afgesteld
Inlaatventiel blijft openstaan of is versleten Maak vrij; voer onderhoud uit.
Zuigerklep sluit niet of versleten, of
pakkingen versleten.
Voordat u onderhoud gaat plegen aan deze apparatuur, moet
u altijd eerst de druk ontlasten.
Loop alle mogelijke problemen en oplossingen na, voordat u
de pomp uit elkaar gaat halen.
Oplossing
Open het luchtventiel. Indien nodig,
reinigen.
Vul bij; pomp alle lucht uit de pomp en
materiaalleidingen.
Service de luchtmotor Zie handleiding
307–043.
Open het luchtventiel. Indien nodig,
reinigen.
Vul bij; pomp alle lucht uit pomp en
materiaalleidingen.
Reinigen.*
Afstellen. Zie blz. 10.
Draai pakkingmoer vast. Vervang de
pomphalspakkingen
Maak vrij; voer onderhoud uit.
Vervangen.
Maak vrij; voer onderhoud uit.
Vul bij; pomp alle lucht uit pomp en
materiaalleidingen.
Afstellen. Zie blz. 10.
Maak vrij; voer onderhoud uit.
307044
11