Bediening
Na gebruik
Schakel het apparaat met de sensor-
toets Aan/Uit uit.
Reinig en droog de lade en indien no-
dig ook de accessoires, zoals be-
schreven in het hoofdstuk "Reiniging
en onderhoud".
Sluit het glazen deksel van het appa-
raat pas als de vacuümkamer hele-
maal droog is.
Sluit de lade.
De laatst gekozen standen voor het
vacumeren en sealen worden automa-
tisch ingesteld als het apparaat de vol-
gende keer inschakelt. De standen
worden op het bedieningspaneel aan-
gegeven.
30
Vacumeren afbreken
U kunt het vacumeren op elk moment
afbreken, bijvoorbeeld als u ziet dat de
rand van de vacuümzak niet goed ge-
positioneerd is of als de draaiknop van
het deksel van een vacuümbakje niet
op "SEAL" (gesloten) staat.
Let op! Als u het vacumeren van een
vacuümzak afbreekt, wordt de zak
niet meer geseald.
Raak sensortoets aan.
Het vacumeren wordt afgebroken.