Zak vacumeren en sealen
Vul de vacuümzak.
Open de lade en het glazen deksel
van het apparaat.
Leg de vacuümzak in de vacuümka-
mer, zodat de open rand van de zak
op de sealbalk ligt. De rand van de
vacuümzak moet zonder vouwen
midden op de sealbalk liggen.
Als een vacuümzak te klein is en in de
vacuümkamer glijdt, legt u de steun
eronder.
Schakel de lade met de sensortoets
Aan/Uit in.
De controlelampjes van het segment-
balkje boven de sensortoetsen en
lichten op.
Tip de sensortoets zo vaak aan,
totdat het controlelampje van het
segmentbalkje van de gewenste va-
cumeerstand oplicht.
Tip de sensortoets zo vaak aan,
totdat het controlelampje van het
segmentbalkje van de gewenste seal-
stand oplicht.
Sluit het glazen deksel van het appa-
raat en druk het licht aan.
Tip: Druk op het kleine zwarte drie-
hoekje om het glazen deksel te sluiten.
Het vacumeren begint. De sensor-
toets gaat uit en de sensor-
toets licht op.
De volgende verschijnselen zijn nor-
maal tijdens het vacumeren en duiden
niet op een storing of een defect:
- De vacuümzak kan eerst bol gaan
staan, voordat het product wordt
omsloten
- Vloeistoffen kunnen bellen vormen,
waardoor de indruk ontstaat dat
het product kookt
Als u tijdens het vacumeren ziet dat
vloeistoffen dreigen over te lopen,
kunt u het proces beëindigen en de
vacuümzak voortijdig sealen (zie
hoofdstuk "Bediening", paragraaf
"Vacuümzak voortijdig sealen").
Bediening
23