Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Thermische Isolatie; Toe Te Voegen Koelmiddel; Hydraulische Aansluitingen; Antivriessystemen, Antivriesvloeistoffen, Additieven En Inhibitoren - Ferroli OMNIA ST 3.2 Installatie-, Gebruiks- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

OMNIA ST 3.2

7.4.3 Thermische isolatie

Om warmteverlies van de verbindingsleidingen naar de buitenunit tijdens de werking van de apparatuur te voorkomen, dient u doeltreffende isolatiemaatregelen te
nemen voor de gasleiding en de vloeistofleiding:
1) De leiding aan de gaszijde moet isolatiemateriaal van schuim met gesloten cellen gebruiken met een vlamvertragende werking van B1-klasse en een temperatuur-
bestendigheid van meer dan 120°C.
2) Wanneer de buitendiameter van de koperen leiding Φ12,7 mm is, moet de dikte van de isolatielaag ten minste meer dan 15 mm bedragen; Wanneer de buitendia-
meter van de koperen leiding Φ15,9 mm is, moet de dikte van de isolatielaag ten minste meer dan 20 mm bedragen.
3) Gebruik warmte-isolerende materialen om de thermische isolatie uit te voeren zonder ongeïsoleerde delen over te laten.

7.4.4 Toe te voegen koelmiddel

Bereken het toe te voegen koelmiddel aan de hand van de diameter en de lengte van de leiding aan de vloeistofzijde die de buitenunit/binnenunit verbindt.
Als de lengte van de leiding aan de vloeistofzijde minder dan 15 meter is, hoeft er geen koelmiddel meer toegevoegd te worden.
Toe te voegen koelmiddel

7.5 Hydraulische aansluitingen

LET OP
De uitlaat van de veiligheidsklep moet verbonden worden met een trechter of opvangbuis om te voorkomen dat er water op de vloer spat
in geval van overdruk in het verwarmingscircuit. Anders kan, als de overdrukklep werkt en de kamer overstroomt, de fabrikant niet aan-
sprakelijk gesteld worden.
OPMERKING
Voor een goede werking van het systeem moet er een hydraulische bypass op de installatie aanwezig zijn, zodat er voldoende watercirculatie is om
te voorkomen dat de warmtepomp blokkeert door een alarm voor te weinig waterdebiet. Dit is bijvoorbeeld absoluut noodzakelijk, indien het systeem
zonekleppen of thermostatische kleppen bevat, die bij een gedeeltelijke of volledige uitschakeling zouden leiden tot een vermindering/afwezigheid van
waterdebiet, met als gevolg een alarm voor de waterdebietschakelaar en dus blokkering van de warmtepomp.
Er kan water druppelen uit de afvoerleiding van de overdrukinrichting; deze leiding moet opengelaten worden in de atmosfeer.
Het decompressie-apparaat moet regelmatig in werking gesteld worden om kalkafzettingen te verwijderen en te controleren of het niet verstopt is.
Spoel vóór de installatie alle leidingen van de installatie grondig door om alle resten of onzuiverheden te verwijderen die de goede werking van het toestel
in gevaar kunnen brengen.
Wanneer generatoren in bestaande systemen worden vervangen, moet het systeem volledig worden afgetapt en ontdaan van slib en verontreinigende stof-
fen. Gebruik daarvoor alleen producten die geschikt en gegarandeerd zijn voor verwarmingssystemen (zie volgende alinea) en die metalen, kunststoffen
of rubber niet aantasten.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan het verwarmingstoestel als gevolg van het niet goed schoonmaken van het systeem.
Aangezien de fittingen van de binnenunit van messing zijn, en messing een gemakkelijk te vervormen materiaal is, moet u geschikt gereedschap gebruiken
om het hydraulische circuit aan te sluiten. Ongeschikt gereedschap kan schade aan de leidingen veroorzaken.
Maak verbindingen met de respectieve punten "fig. 3 - afmetingen en verbindingen" op pagina 413) en symbolen op het toestel.

7.5.1 Antivriessystemen, antivriesvloeistoffen, additieven en inhibitoren

Indien nodig mogen antivriesvloeistoffen, additieven en inhibitoren alleen gebruikt worden als de fabrikant van die vloeistoffen of additieven garandeert dat ze geschikt
zijn en geen schade toebrengen aan de warmtewisselaar of andere onderdelen en/of materialen van de boiler/warmtepomp en de installatie. Gebruik geen algemene
antivriesvloeistoffen, additieven of inhibitoren die niet specifiek bedoeld zijn voor gebruik in verwarmingssystemen en die compatibel zijn met de materialen van de
boiler/warmtepomp en de installatie.
Gebruik alleen conditioners, additieven, inhibitoren en antivriesvloeistoffen die door de fabrikant geschikt verklaard zijn voor gebruik in verwarmingssystemen en die
geen schade veroorzaken aan de warmtewisselaar of andere onderdelen en/of materialen van de boiler en de installatie.
Chemische conditioners moeten zorgen voor een volledige zuurstofonttrekking uit het water, specifieke bescherming bevatten voor gele metalen (koper en koperle-
geringen), antifoulingmiddelen tegen aanslag, pH-neutrale stabilisatoren en, in lage-temperatuursystemen, specifieke biociden voor gebruik in verwarmingssystemen.
Aanbevolen chemische conditioners:
SENTINEL X100 en SENTINEL X200
FERNOX F1 en FERNOX F3

7.5.2 Waterfilter

Het toestel is standaard uitgerust met een multifunctionele waterinstallatie (mechanisch filter, magnetische ring en modderafscheider), compleet met automatische
ontluchter, waterdrukmeter en veiligheidsklep van 3 bar.
OPMERKING
De aanwezigheid van afzettingen op de wisseloppervlakken van de binnenunits ten gevolge van de niet-naleving van de bovenstaande voorschriften zal
tot gevolg hebben dat de garantie niet erkend wordt.
Model van het systeem
4/6
8-10-2012/14/16/12T/14T/16T
Code 3541V991 - Herz. 05 - 06/2022
Totale lengte vloeistofleiding L (m)
≤15m
0g
0g
>15m
(L-15)×20g
(L-15)×38g
421
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A35w7A35w18A7w55A7w45A7w35

Inhoudsopgave