OMNIA ST 3.2
- Plaatsen waar de lengte van de leidingen en kabels van het toestel binnen de toegestane marges liggen.
- Plaatsen waar water dat uit het toestel lekt geen schade kan veroorzaken aan de plaats.
- Plaatsen waar het toestel aan regen kan worden blootgesteld.
- Installeer het toestel niet op plaatsen die vaak als werkruimte worden gebruikt. Bij bouwwerkzaamheden (bijv. slijpen, enz.) waarbij ook stof ontstaat, moet het
toestel afgedekt worden.
- Plaats geen voorwerpen of apparatuur op het toestel
- Klim, zit of sta niet bovenop het toestel.
- Zorg ervoor dat er voldoende voorzorgsmaatregelen genomen worden in geval van lekkage van koelmiddel, volgens de geldende plaatselijke wetten en voor-
schriften.
De installatieplaats moet vrij zijn van stof, ontvlambare voorwerpen of materialen, of corrosieve gassen.
Het toestel is ontworpen voor wandmontage en is standaard uitgerust met een montagebeugel. De muurbevestigingsbeugel moet een stabiele en doeltreffende
ondersteuning garanderen.
OPMERKING
Er moet een minimale ruimte in acht genomen worden voor de demontage
van de bekleding en voor de normale onderhoudswerkzaamheden.
Kies een installatieplaats waar aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Plaats die het mogelijk maakt de maximaal toelaatbare lengtes voor leidingen,
aansluitingen op het toestel van temperatuursondes, afstandsbediening, enz. in
acht te nemen.
- Plaats geen voorwerpen of apparatuur op het toestel.
- Zorg ervoor dat alle voorzorgsmaatregelen en voorschriften van de plaatselijke
wet- en regelgeving met betrekking tot mogelijke lekkage van koelmiddel correct
worden toegepast.
LET OP
De binnenunit moet geïnstalleerd worden op een plaats die niet blootgesteld is aan regen of water, anders kan de veiligheid van het toestel
en de bediener niet gegarandeerd worden.
•
De binnenunit moet aan de wand worden gemonteerd op een binnenlocatie die aan de volgende eisen voldoet:
•
De installatieplaats is beschermd tegen vorst.
•
De ruimte rond het toestel is voldoende voor onderhoud, zie fig. 8.
•
De ruimte rond het toestel laat voldoende luchtcirculatie toe.
•
Er is een voorziening voor het aftappen van de waterveiligheidskleppen.
LET OP
Wanneer het toestel in de koelmodus werkt, kan er condens uit de waterinlaat en -uitlaat druppelen. Zorg ervoor dat de condensdruppels
geen schade toebrengen aan uw meubels en andere apparatuur.
•
Het installatie-oppervlak is een vlakke, verticale vuurvaste wand die het bedrijfsgewicht van het toestel kan dragen.
•
Alle lengtes en afstanden van de leidingen zijn in beschouwing genomen.
7.2 Minimum waterinhoud van de installatie
Technische gegevens binnenunit
Minimum waterinhoud van de installatie
10
15
Code 3541V991 - Herz. 05 - 06/2022
fig. 8 - minimale gebruiksruimte voor de binnenunit
16
16T
25
UM
l
417
NL