Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem
Combinatie met bufferopslag
3.5 Combinatie met bufferopslag
3.6 Schoorsteenaansluiting / Schoorsteensysteem
Gebruikshandleiding P4 Pellet | B0870820_nl
lucht afgelaten via een magneetklep. De installaties worden uitsluitend gerealiseerd
met gesloten membraanexpansievaten en verhinderen zodoende een schadelijke
toevoeging van zuurstof in het verwarmingswater.
Pompgestuurde drukhandhaving
Een pompgestuurd drukhandhavingsstation bestaat in principe uit een
drukhandhavingspomp, een omloopklep en een drukloze opvangtank. Bij overdruk
laat de klep verwarmingswater in de opvangtank stromen. Als de druk onder een
ingestelde waarde daalt, dan zuigt de pomp het water uit de opvangtank en stuwt het
terug in het verwarmingssysteem. Pompgestuurde drukhandhavingssystemen met
open expansievaten (bv. zonder membraan) brengen zuurstof uit de lucht over in het
wateroppervlak, waardoor er corrosiegevaar ontstaat voor de aangesloten
systeemcomponenten. Deze systemen bieden geen zuurstofverwijdering in de zin van
corrosiebescherming conform VDI 2035 en mogen om corrosietechnische redenen
niet worden gebruikt.
Het gebruik van een buffertank is in principe niet noodzakelijk voor een
probleemloze werking van de installatie. Combinatie met een buffertank is echter
aan te bevelen, omdat hiermee een continue afname in het ideale
vermogensbereik van de ketel kan worden bereikt!
Voor de juiste dimensionering van de buffertank en de leidingisolatie (conform
ÖNORM M 7510 resp. richtlijn UZ37), gelieve contact op te nemen met uw installateur
of met Froling.
Volgens EN 303-5 moet het gehele rookgassysteem zo worden uitgevoerd dat
mogelijke roetvorming, onvoldoende persdruk en condensatie voorkomen worden. In
dit verband wijzen we erop dat in het toegelaten werkgebied van de ketel
rookgastemperaturen kunnen optreden die lager dan 160 K boven de rooktemperatuur
zijn.
AANWIJZING! Verdere aanwijzingen betreffende normen en voorschriften, alsook
rookgastemperatuur in gereinigde toestand en de overige rookgaswaarden zijn te
vinden in de technische gegevens in de montagehandleiding!
AANWIJZING
3
19