Duw de rechterhandrem naar voren/omhoog om te
controleren of hij makkelijk loopt en of hij stabiel verankerd is
bij zijn verbinding in het koppelingdeksel.
De zaag nooit aan de beugel dragen of ophangen! Dat
kan het mechanisme beschadigen, waardoor de
kettingrem niet langer functioneert.
Remvermogen controleren
Plaats de motorkettingzaag op een stabiele ondergrond en
start ze. Zorg ervoor dat de zaagketting niet in contact kan
komen met de grond of een ander voorwerp. Zie instructies
onder de kop Starten en stoppen.
Hou de motorkettingzaag stevig vast met uw duimen en
vingers stevig om de handvatten.
Geef volgas en activeer de kettingrem door uw linkerpols naar
de terugslagbeveiliging te bewegen. Laat het voorste handvat
niet los. De ketting moet onmiddellijk stoppen.
Gashendelvergrendeling
•
Controleer of de gashendel vergrendeld is in de
stationaire stand wanneer de gashendelvergrendeling in
de oorspronkelijke stand staat.
ONDERHOUD
•
Druk de gashendelvergrendeling in en controleer of ze
teruggaat naar de oorspronkelijke positie wanneer u haar
loslaat.
•
Controleer of de gashendel en de
gashendelvergrendeling vlot lopen en of hun
terugspringveersystemen werken.
•
Start de motorkettingzaag en geef vol gas. Laat de
gashendel los en controleer of de ketting stopt en stil blijft
staan. Als de ketting roteert wanneer de gashendel in de
stationaire stand staat, moet de stationair instelling van de
carburateur gecontroleerd worden.
Kettingvanger
Controleer of de kettingvanger niet beschadigd is en of hij
vast zit in de het motorzaaghuis. Vervang deze, als dat nodig
is, met een kettingvanger van aluminium (verkrijgbaar als
reserveonderdeel).
Rechterhandbescherming
Controleer of de rechterhandbeveiliging geen zichtbare
beschadigingen vertoont, bijv. materiaalbarsten.
– 31
Dutch