E-DOC-CTC-20030910-0020 v1.0
Het venster Poorttoewijzing toevoegen verschijnt.
3
Als u:
•
Een poorttoewijzing voor een specifieke toepassing wilt invoeren:
Klikt u op het tabblad
en voer het IP-adres van een host in.
Standaard wordt het IP-adres van de computer die u gebruikt om NAPT
Manager uit te voeren, als IP-hostadres ingevuld. Als u een NAPT-item voor
een andere computer wilt toevoegen, moet u het voorgestelde IP-adres
wijzigen.
•
Handmatig statische NAPT-items wilt toevoegen:
Klikt u op het tabblad
Protocol en voer de poort en het IP-adres van de host in de
overeenkomstige velden in.
Standaard wordt het IP-adres van de computer die u gebruikt om NAPT
Manager uit te voeren, als IP-hostadres ingevuld. Als u een NAPT-item voor
een andere computer wilt toevoegen, moet u het voorgestelde IP-adres
wijzigen.
•
Het IP-adres van de standaardserver wilt opgeven:
Klikt u op het tabblad
nieuwe IP-adres in het veld IP-adres van host in.
Instellen
Klik op
6 SpeedTouch™ NAPT Manager
Basis
. Selecteer een toepassing in de lijst Toepassing
Geavanceerd
. Selecteer een protocol in de lijst
Standaardhost voor inkomend verkeer
om het item aan de lijst toe te voegen.
. Voer het
73