5 Webinterface van SpeedTouch™
54
•
Klik op het tabblad Gegevensbeveiliging om 64/128-bits WEP-codering in of
uit te schakelen:
WEP-codering is standaard ingeschakeld (met 128-bits codering). Als u de
WEP-codering wilt wijzigen:
Selecteer het gewenste WEP-coderingsniveau (64 of 128 bits).
1
Geef de gewenste WEP-sleutel op. In het geval van:
2
•
64-bits codering
moet de 40-bits WEP-sleutel uit 10 hexadecimale tekens bestaan.
•
128-bits codering
moet de 104-bits WEP-sleutel uit 26 hexadecimale tekens
bestaan.
Opmerking
Toepassen
Klik op
3
Pas de configuratie van uw draadloze client(s) aan zodat deze de
4
gewijzigde instellingen gebruiken.
Alles opslaan
Klik op
5
geheugen.
Voor het hoogste beveiligingsniveau wordt u aangeraden de instellingen voor
het draadloze netwerk regelmatig te wijzigen. Gebruik echter nooit voor de
hand liggende sleutels.
•
De huidige toegangscontrolelijst weergeven. Via dit tabblad kunt u ook handmatig
draadloze clients toevoegen of verwijderen, en aangeven of draadloze clients
toegang mogen hebben tot de draadloze IP-omgeving van de SpeedTouch™.
Als u de knop Registratie wilt in- of uitschakelen, schakelt u
Registreren voor registratie
•
Als registratie verplicht is, verschijnt de volgende tabel:
Wanneer u op de knop Registratie drukt/klikt, wordt de
toegangscontrolelijst van de SpeedTouch™ maximaal één minuut
ontgrendeld. De eerste nieuwe draadloze client die met succes verbinding
maakt met de SpeedTouch™ (de juiste draadloze instellingen opgeeft,
namelijk de netwerknaam en indien nodig de netwerksleutel), wordt als
toegestaan station aan de tabel toegevoegd. Vervolgens wordt de
toegangscontrolelijst onmiddellijk weer vergrendeld.
Hexadecimale cijfers gaan van 0 tot 9, hexadecimale
letters gaan van A tot F.
om de WEP-coderingsinstellingen toe te passen.
om de wijzigingen op te slaan in het permanente
in of uit:
Klik op de knop
E-DOC-CTC-20030910-0020 v1.0