Voorbereidingen
•
Zorg ervoor dat u altijd een EHBO-doos
in de buurt hebt wanneer u de machine
gebruikt.
•
Zorg ervoor dat er niemand in de buurt
van de machine iswanneer u de motor
start, de aandrijving inschakelt en de
machine laat lopen.
•
Houd mensen, vooral kleine kinderen, en
dieren uit de buurt van het werkterrein.
•
Denk erom dat de operator of gebruiker
verantwoordelijk is voor ongelukken of
beschadigingen van andere mensen of
hun eigendommen en zichzelf.
•
Controleer zorgvuldig het terrein waar de
apparatuur gebruikt gaat worden en
verwijder alle vreemde voorwerpen.
•
Zoek alle vaste voorwerpen in de grond
op, zoals sproeisystemen, palen,
waterkleppen, droogmolenvoet enz.
Denk er ook om dat u het oppervlak van
het gazon controleert op verborgen
elektrische kabels of iets dergelijks. Laat
de machine altijd rond deze voorwerpen
heen lopen. Rijd de machine nooit
expres over vreemde voorwerpen heen.
•
Controleer of de gasgreep en alle
beschermkappen gemonteerd zijn en
goed werken. Gebruik de machine NIET
als deze niet goed werkt.
•
Zorg ervoor dat kleding, lang haar of
sieraden niet gegrepen kunnen worden
door bewegende machineonderdelen.
•
Controleer of alle veiligheidsplaatjes
aangebracht zijn.
•
Bedien de machine niet zonder
geschikte buitenkleding. Draag
veiligheidsschoeisel waarmee u steviger
staat op een gladde ondergrond.
•
Probeer nooit afstellingen uit te voeren
terwijl de motor draait (tenzij specifiek
aanbevolen door de producent).
•
Schakel in neutraal voor u de motor start.
8-
Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Maak het werkterrein vrij voor u begint te werken.
8011-198