•
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen
wanneer u de machine onbeheerd
achterlaat. Schakel de krachtafnemer uit,
zet het hulpstuk omhoog, schakel in
neutraal en zet de motor af.
•
Voordat u de machine schoonmaakt,
repareert of inspecteert, moet u de motor
afzetten en zich ervan verzekeren dat
alle bewegende onderdelen zijn gestopt.
Haal de bougiekabel van de bougie en
houd de kabel uit de buurt van de bougie
om per ongeluk starten te voorkomen.
•
Laat de motor niet draaien in een
afgesloten ruimte waar zich gevaarlijke
koolmonoxidedampen kunnen vormen.
•
Gebruik de machine niet zonder dat de
juiste beschermkappen, platen of andere
veiligheidsvoorzieningen op hun plaats
zitten.
•
Houd alle omstanders (vooral kinderen)
en dieren uit de buurt van de
zodensnijder. Ga er nooit van uit dat
kinderen nog op de plaats zijn waar u ze
het laatst zag.
•
Houd kinderen onder toezicht van een
verantwoordelijke volwassene, iemand
anders dan de bestuurder.
•
Overbelast de machine niet door te diep
en te snel te snijden.
•
Gebruik de machine nooit met een hoge
transportsnelheid op een harde of gladde
ondergrond.
•
Gebruik uitsluitend hulpstukken en
accessoires die zijn goedgekeurd door
de machineproducent (zoals
wielverzwaarders, tegengewichten en
dergelijke).
•
Gebruik de zodensnijder nooit bij
onvoldoende zicht of licht.
•
Wees voorzichtig wanneer u harde grond
bewerkt. Als u de controle verliest, laat u
de handvatten los en houdt u de
machine niet tegen.
•
Wees uiterst voorzichtig wanneer u
achteruitgaat of de machine naar u toe trekt.
•
Breng geen wijzingen aan aan de
instellingen van de motorregelaar en
overbelast de motor niet.
•
Start de motor of schakel de motor
voorzichtig in volgens de instructies en
met uw voeten uit de buurt van het snijmes.
•
Werk niet met de zodensnijder wanneer
u onder invloed van alcohol of drugs bent.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
11
Nederlands-