Aanwijs- en bedienings-
module in-/uitbouwen
MINITRAC 31 • Foundation Fieldbus
5 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
5
In bedrijf nemen met de display- en
bedieningsmodule
5.1
Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
De display- en bedieningsmodule kan te allen tijde in de sensor wor-
den geplaatst en weer worden verwijderd. Een onderbreking van de
voedingsspanning is hiervoor niet nodig.
Ga als volgt tewerk:
1. Schroef het kleine behuizingsdeksel los
2. Display- en bedieningsmodule in de gewenste positie op de
elektronica plaatsen (vier posities, 90° verdraaid naar keuze)
3. Display- en bedieningsmodule op de elektronica plaatsen en iets
naar rechts verdraaien tot deze borgt
4. Deksel behuizing met venster vastschroeven
De demontage volgt in omgekeerde volgorde
De display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed,
andere aansluitingen zijn niet nodig.
Fig. 19: Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
Opmerking:
Indien u naderhand het instrument met een display- en bedienings-
module voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan
is een verhoogd deksel met venster nodig.
5.2
Parametrering - dichtheidsmeting
Door de parametrering wordt het instrument op de toepassing-
somstandigheden aangepast. De parametrering verloopt via een
bedieningsmenu.
1
2
25