K-Junior
Buig uw bovenlichaam naar voren en drijf de rolstoel met
snelle, krachtige stoten aan de twee hoepels aan.
Naar beneden
Als u ergens naar beneden rijdt, is het van belang de richting
en vooral de snelheid onder controle te houden.
Leun achterover en laat de hoepels voorzichtig door uw
handen glijden. U moet de rolstoel te allen tijde door het
vastgrijpen van de hoepels kunnen laten stoppen.
LET OP!
Als u gedurende lange tijd afremt, ontstaat aan de
hoepels veel wrijvingswarmte (vooral bij MaxGrepp
en Supergripp). U kunt uw handpalmen verbranden.
- Draag daarom geschikte handschoenen.
Rijden met de rolstoel
27