Rijden met de rolstoel
Trappen kunnen worden overwonnen door de treden één
voor één te nemen, zoals boven beschreven. De eerste
begeleider staat hierbij achter de rolstoel en houdt de
duwhandgrepen vast. De tweede begeleider houdt het
stijve deel van het voorframe vast en houdt de rolstoel
voor tegen.
6.7 Over hellingen rijden
WAARSCHUWING! Gevaar door
ongecontroleerde snelheid
Wanneer u over (steile) hellingen rijdt, kan uw
rolstoel achterwaarts, zijdelings of naar voren
kantelen.
26
- Rijd altijd alleen met een begeleider achter uw
rolstoel over langere hellingen.
- Voorkom overhellen naar de zijkant en.
- Vermijd stijgingen van meer dan 7°.
- Vermijd een plotselinge verandering van richting
op hellingen.
LET OP!
Op licht aflopend terrein kan uw rolstoel wegrollen
als u hem niet met behulp van de hoepels onder
controle houdt.
- Zet uw parkeerremmen vast als u met uw rolstoel
op aflopend terrein staat.
Naar boven
Om ergens naar boven te rijden, moet u eerst vaart maken, de
vaart houden en tegelijkertijd de richting controleren.
K-Junior