K-Junior
de rolstoel naar achteren, zodat de voorwielen van de
grond komen.
De begeleider houdt de rolstoel in deze positie, duwt hem
voorzichtig over de trede naar beneden en kantelt de
rolstoel naar voren, totdat de voorwielen weer de grond
raken.
Een trede opgaan
Rijd met de rolstoel achterwaarts met de achterwielen tot
aan de rand.
De begeleider kantelt de rolstoel aan beide
duwhandgrepen, zodat de voorwielen van de grond
komen, trekt de achterwielen over de rand, totdat ook de
voorwielen weer kunnen worden neergelaten.
Zonder begeleider
WAARSCHUWING! Kantelgevaar
Als u zonder begeleider over een trede naar
beneden rijdt, kunt u naar achteren kantelen als u
nog niet geoefend bent met uw rolstoel.
- Oefen het afdalen van een trede eerst met een
begeleider.
- Leer hoe u op de achterwielen kunt balanceren
(hoofdstuk 6 - De rolstoel aandrijven en besturen).
Een trede afgaan
Rijd met de rolstoel in een rechte lijn tot aan de rand, til
de voorwielen op en probeer uw evenwicht te houden.
Laat de twee achterwielen nu langzaam van de rand
rijden. Houd hierbij de hoepels stevig vast, totdat de
voorwielen weer de grond raken.
6.6 Over trappen rijden
WAARSCHUWING! Valgevaar
Als u over trappen rijdt, kunt u uw evenwicht
verliezen en met uw rolstoel vallen.
- Als u over trappen met meer dan één trede rijdt,
dient u dat altijd met 2 begeleiders te doen.
Rijden met de rolstoel
25