8
Bediening
8.6
Machine van werkstand in transportstand heffen
8.6
Machine van werkstand in transportstand heffen
Het besturingsapparaat bedienen tot het maaiwerk in de transportstand is opgetild.
Het besturingsapparaat (1+) bedienen tot het maaiwerk in de transportstand is opgetild.
8.7
Maaien
Voorbereiden voor het maaien
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
ü Aan alle in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling" vermelde punten is voldaan,
ü De afsluitkraan voor het voorste hydraulische systeem van de trekker is geopend.
ü De afsluitkraan aan de hydraulische slang (1+) is geopend.
ü De machine bevindt zich in de werkstand, .
ü De veiligheidsinrichtingen zijn omlaag geklapt,
ü
Bij uitvoering "Steunvoet": De steunvoet is
Voor het rijden in het maaigoed de trekkeraftakas bij nullast inschakelen en langzaam tot
nominaal toerental van de machine verhogen.
Maaien
In het maaigoed rijden.
Debodemdruk tijdens het maaien controleren,
Voor een zuiver snijbeeld de rij- en snijsnelheid aanpassen aan de gebruiksomstandigheden
(bodem, kwaliteit van het maaigoed, hoogte, dichtheid).
INFO
Tijdens het maaien:
Het besturingsapparaat (1+) in de zweefstand laten.
Het besturingsapparaat voor het voorste hydraulische systeem in de neutrale stand laten.
52
zie
pagina 25.
zie
pagina 49.
ingeschovenzie
pagina 50.
zie
pagina 57.
Originele handleiding 150000844_01_nl
zie
pagina 42.
EasyCut F 320 M