6.2
Koppelingspunten aanpassen
KM000-410
Er zijn 2 mogelijkheden om het maaiwerk te monteren:
Kogelhulzen van categorie II (Cat.II)
De hefarmbouten zijn in de fabriek voor categorie II (Cat. II) in de positie I (I) gemonteerd.
Kogelhulzen van categorie I (Cat.I)
Voor kogelhulzen van de categorie I (Cat.I) moet de hefarmbout (1) naar buiten worden
verplaatst.
De cilinderschroeven (2) eruit draaien.
De kortere hefarmbout (3) eruit trekken, 180° draaien en er van binnen insteken.
De langere hefarmbout (1) er tot de volgende boring naar buiten uittrekken.
Beide hefarmbouten (1, 3) met de cilinderschroeven (2) borgen.
KM000-433
Bij bredere trekkers of bij werkzaamheden in combinatie met een frontmaaiwerk (ca. 2,8 - -3,2
m werkbreedte) wordt aanbevolen de hefarmbouten (1, 3) voor kogelhulzen van de categorie II
(Cat.II) in positie (III) om te steken. Voor kogelhulzen van de categorie I (Cat.I) wordt
aanbevolen de hefarmbouten (1, 3) in positie (I) om te steken
Kogelhulzen van categorie II (Cat.II)
De cilinderschroeven (2) eruit draaien.
De kortere hefarmbout (3) eruit trekken, 180° draaien en er van binnen insteken.
De langere hefarmbout (1) er tot de volgende boring naar buiten uittrekken.
Beide hefarmbouten (1, 3) met de cilinderschroeven (2) borgen.
ActiveMow R 200
Originele handleiding 150000521_07_nl
Eerste ingebruikneming
Koppelingspunten aanpassen
6
6.2
43