46 | Aanpassing aan het soort gas
11
Aanpassing aan het soort gas
De fabrieksinstelling van de aardgastoestellen komt
overeen met EE-L.
In de fabriek is de instelling verzegeld. In-
stelling op nominale warmtebelasting en mi-
nimale warmtebelasting is niet noodzakelijk.
De gas/lucht-verhouding mag alleen via een CO
meting bij maximaal nominaal warmtevermogen en
minimaal nominaal warmtevermogen met een elektro-
nisch meetapparaat worden ingesteld.
Een afstemming op verschillend rookgastoebehoren met
reduceerafschermingen en stuwplaten is niet vereist.
Aardgas
Bij gasvoordrukken onder de 20 en boven
de 30 mbar mag het toestel niet in bedrijf
genomen worden.
11.1 Gas/lucht-verhouding (CO
B Hoofdschakelaar (0) uitschakelen.
B Verwijder de voorste afdekking (
B Hoofdschakelaar (I) inschakelen.
B Verwijder de sluitdop van het rookgasmeetaansluit-
stuk (234).
B Steek de voelersonde ca. 135 mm in het rookgasmeet-
aansluitstuk en dicht de meetplaats af.
2 3 4
Afb. 81
6 720 612 926 (2007/10)
-
2
) instellen
2
pagina 24).
6 7 2 0 6 1 2 2 5 9 - 2 6 . 1 R
B Toets
indrukken en ingedrukt houden tot op de
display – – verschijnt.
Toets
brandt.
Afb. 82
B Draai de temperatuurregelaar
wordt weergegeven.
Na korte tijd wordt de ingestelde functie weergege-
ven (0. = normale functie).
Afb. 83
B Draai aan de temperatuurregelaar
(maximaal nominaal warmtevermogen (warm water))
aangeeft.
De display en de toets
Afb. 84
B CO
-waarde meten.
2
6 720 610 332-32.1O
tot in de display 2.0
6 720 610 332-60.1O
tot de display 2.
knipperen.
6 720 610 332-61.1O