9.6
Na de ingebruikneming
B Gasvoordruk controleren (
B Monteer de afdekkingen en bevestig de afdekking aan
de voorzijde met een borgschroef, zodat de afdekking
niet kan worden verwijderd (elektrische veiligheid,
pagina 24).
B Controleer of er condenswater uit de slang van de
condenswatersifon komt. Als dit niet het geval is,
dient u de hoofdschakelaar uit (0) en weer in (I) te
schakelen. Daardoor wordt het sifonvulprogramma
(
pagina 44) geactiveerd. Herhaal deze handeling
indien nodig enkele keren tot er condenswater uit de
slang komt.
B Vul het inbedrijfstellingsprotocol in (
B Plak de sticker „Instellingen van de Bosch Heatronic"
(
afbeelding 55, pagina 38) aan de binnenzijde van
de afscherming.
9.7
Zomerbedrijf
(alleen warmwaterbereiding)
B Stand van de aanvoertemperatuurregelaar
ren.
B Temperatuurregelaar
draaien.
De verwarmingspomp stopt en daarmee is de verwar-
ming buiten werking. De warmwatervoorziening even-
als de verzorging van de spanning voor de
verwarmingsregelaar en schakelklok blijft gehand-
haafd.
Afb. 48
Waarschuwing: Bevriezingsgevaar voor de
verwarmingsinstallatie. In zomerbedrijf is er
alléén vorstbeveiliging voor het toestel.
Voor verdere aanwijzingen raadpleeg het bedienings-
voorschrift van de verwarmingsregelaar.
pagina 48).
pagina 58).
note-
geheel naar links
6 720 610 333-09.1O
9.8
Vorstbeveiliging
Vorstbeveiliging voor de verwarming:
B Verwarming in bedrijf laten, aanvoertemperatuurrege-
laar
aanvoertemperatuurregelaar minstens op
stand 1 laten staan.
Afb. 49
B Voeg antivries bij het verwarmingswater terwijl de ver-
warming uitgeschakeld is (
Voor verdere aanwijzingen raadpleeg het bedienings-
voorschrift van de verwarmingsregelaar.
Vorstbeveiliging voor het voorraadsysteem:
B Temperatuurregelaar
draaien (10°C).
Afb. 50
Inbedrijfname | 35
pagina 23).
naar de linkeraanslag
6 720 612 926 (2007/10)