1.
VOORBEREIDING
2.
DE ORIGINELEN PLAATSEN
3.
FAXOPTIES INVOEREN
Toets Toepassingen
Druk op de toets
Toepassingen om het
toepassingenscherm
weer te geven.
4.
DE FAX VERZENDEN
Een fax verzenden (interne fax)
Druk op de toets AC (Alles wissen) om alle selecties die door een vorige gebruiker zijn
gemaakt te annuleren.
Verwijder alle nietjes en paperclips uit uw originelen en zorg dat de originelen in goede
staat zijn.
Plaats de originelen in de AOD in de volgorde (1,2,3...) met pagina 1 met de beeldzijde
omhoog bovenop.
Schuif de origineelgeleiders tegen de zijkanten van de originelen.
OF
Plaats het origineel met de beeldzijde omlaag op de glasplaat en uitgelijnd tegen de
rechterbovenhoek.
Toets Alle functies
Selecteer de toets Alle functies OF het tabblad
Faxen - Basis.
Druk op de toets Start om de opdracht te starten.
Hiermee is de procedure voltooid.
WorkCentre
5632/5638/5645/5655/5665/5675/5687
Toets Fax
Selecteer de toets Fax. Als de toets Fax niet
wordt weergegeven, selecteert u eerst de
toets Meer functies.
Faxnummer
Gebruik de aantaltoetsen om het faxnummer van de
ontvanger in te voeren OF gebruik de verzendlijst om
een opgeslagen nummer te selecteren.
MEER INFORMATIE
Voor meer informatie raadpleegt u:
-
Interactieve gebruikershandleiding CD 2
-
Beknopte referentiehandleiding
-
http://www.xerox.com/support