Motorpolen [226]
Als het nominale toerental van de motor ≤500 rpm is,
verschijnt automatisch het menu voor het invoeren van het
aantal polen, [226]. In dit menu kan het feitelijke aantal
polen worden ingesteld voor een nauwkeuriger regeling van
de FO.
226 Motor Polen
A
Stp M1:
Standaard:
4
Instelbereik:
2-144
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Motor Cos
[227]
ϕ
Instelling van nominale Motor cosphi (arbeidsfactor).
227 Motor Cos
A
Stp M1:
Afhankelijk van P
Standaard:
11.2.4, pagina 58)
Instelbereik:
0.50 - 1.00
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Motorventilatie [228]
Parameter voor het instellen van het type motorventilatie.
Heeft gevolgen voor de kenmerken van de I
motorbescherming door de actuele overbelastingsstoom bij
lagere toerentallen te verlagen.
60
Functiebeschrijving
4
43046
168/205
Lang, 1=1 pool
EInt
ϕ
(zie opmerking sectie
NOM
43047
168/206
Lang, 1=0.01
EInt
2
t-
228 Motor Vent
Stp M1:
Standaard:
Eigen
Geen
0
Beperkte I
Normale I
Eigen
1
in dat de motor een lagere stroom
aanhoudt bij lager toerental.
Uitgebreide I
Geforceerd 2
Houdt in dat de motor bijna de volledige
stroom aanhoudt bij lager toerental.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Als de motor geen koelventilator heeft, wordt Geen gekozen
en wordt het stroomniveau beperkt tot 55% van de
nominale motorstroom.
Bij een motor met een op de as gemonteerde ventilator
wordt Eigen gekozen en wordt de stroom voor overbelasting
beperkt tot 87% vanaf 20% van synchroon toerental. Bij
lagere toerentallen zal de toegestane overbelastingsstroom
kleiner zijn.
Als de motor een externe koelventilator heeft, wordt
Geforceerd gekozen en start de toegestane
overbelastingsstroom op 90% vanaf de nominale
motorstroom bij stilstaande motor tot nominale
motorstroom op 70% van synchroon toerental.
Fig. 56 laat de eigenschappen ten aanzien van nominale
stroom en nominaal toerental zien met betrekking tot het
gekozen type motorventilatie.
2
xI
voor I
t
nom
Geforceerd
1.00
0.90
0.87
Eigen
Geen
0.55
0.70
0.20
2
Fig. 56 I
t-curves
A
Eigen
2
t-overbelastingscurve.
2
t-overbelastingscurve. Houdt
2
t-overbelastingscurve.
43048
168/207
UInt
UInt
xSync toerental
Emotron AB 01-4429-03r2
2.00